Deze training is speciaal ontworpen voor Antipestcoördinatoren (APC) om het niet-onderwijzend personeel – zoals conciërges, kantinepersoneel, administratief medewerkers en schoonmakers – te betrekken bij het anti-pestbeleid op school. Deze medewerkers hebben vaak waardevolle inzichten en observaties omdat ze regelmatig in contact komen met leerlingen op informele momenten, zoals tijdens pauzes, in de gangen of op het schoolplein. Door hen de juiste tools en tips te geven, kunnen zij een cruciale rol spelen als extra ogen en oren binnen de school.
Onderwerpen die in de training aan bod komen:
1. Waarom Niet-onderwijzend Personeel belangrijk is in het Antipestbeleid
- Uitleg over de rol van niet-onderwijzend personeel in het herkennen en signaleren van pestgedrag.
- De cruciale momenten waarin pestgedrag vaak voorkomt: op het schoolplein, in de gangen, tijdens pauzes, en buiten de klaslokalen.
- Het belang van hun betrokkenheid bij het creëren van een veilige en inclusieve schoolomgeving.
2. Pestgedrag herkennen: Wat zijn de signalen?
- Leren wat de meest voorkomende vormen van pesten zijn, inclusief fysiek, verbaal, sociaal en online pesten.
- Subtiele signalen waar ze op moeten letten, zoals buitensluiting, stille roddels, ongemakkelijke lichaamstaal van leerlingen of schijnbaar ‘onschuldig’ geduw en getrek.
- Eenvoudige handvatten om pestgedrag te herkennen, zonder dat ze direct zelf hoeven te ingrijpen.
3. Eenvoudige tips en tools: wat kun je doen in het moment?
- Observeer en meld:
Niet-onderwijzend personeel hoeft niet altijd direct in te grijpen, maar het is belangrijk dat ze pesten signaleren en dit melden bij de Antipestcoördinator of een andere verantwoordelijke medewerker. Dit kan via een kort gesprekje of een anonieme melding. - Op een rustige manier de situatie ontmantelen:
Eenvoudige interventies zoals naar de groep toe lopen, oogcontact maken, of een vriendelijke opmerking als “Alles goed hier?” kunnen vaak al voldoende zijn om pestgedrag te onderbreken zonder directe confrontatie. - Leerlingen aanspreken op respectvol gedrag:
Geef hen de tools om leerlingen die zich respectloos gedragen, subtiel en vriendelijk te corrigeren. Bijvoorbeeld door te zeggen: “Laten we aardig blijven tegen elkaar.” - Creëer een veilige ruimte:
Ze kunnen een rol spelen door ervoor te zorgen dat ruimtes zoals gangen, kantines en schoolpleinen veilig zijn. Dit kan simpelweg door zichtbaar aanwezig te zijn, waardoor leerlingen minder snel geneigd zijn om pestgedrag te vertonen.
4. Hoe omstanders betrekken bij de oplossing
- Niet-onderwijzend personeel kan leerlingen stimuleren om elkaar aan te spreken op pestgedrag en elkaar te steunen. Ze leren hoe ze de rol van omstanders kunnen benadrukken, bijvoorbeeld door te zeggen: “Als je ziet dat iemand wordt gepest, probeer dan te helpen of het ons te laten weten.”
5. Wat te doen na een incident?
- Advies over hoe ze na een pestincident kunnen handelen. Niet-onderwijzend personeel leert dat ze geen diepgaande gesprekken met de pester of het slachtoffer hoeven te voeren, maar dat ze een belangrijke rol hebben in het rapporteren van de situatie aan de Antipestcoördinator.
- Hoe ze slachtoffers kunnen ondersteunen door eenvoudigweg aanwezig te zijn, een luisterend oor te bieden of hen naar een vertrouwde persoon (zoals de APC of mentor) door te verwijzen.
6. Communicatie met de APC en Leerkrachten
- Hoe niet-onderwijzend personeel een goede samenwerking met de APC en leerkrachten kan ontwikkelen om pestgedrag te monitoren en te rapporteren.
- Het belang van regelmatige updates en korte, informele gesprekken met de APC om pestgedrag structureel aan te pakken.
Praktische werkvormen voor Niet-onderwijzend Personeel:
• Oefenscenario’s: Tijdens de training worden realistische scenario’s gepresenteerd waarbij het niet-onderwijzend personeel oefent hoe ze kunnen reageren wanneer ze pestgedrag zien.
• Rollenspellen: Door middel van rollenspellen leren ze hoe ze op een eenvoudige, maar doeltreffende manier kunnen interveniëren zonder het gevoel te hebben dat ze de situatie moeten oplossen.
• Groepsdiscussies: Er wordt ruimte geboden om ervaringen te delen en vragen te stellen over specifieke situaties waar ze in hun rol tegenaan lopen.
Voor wie is deze training?
Deze training is bedoeld voor:
• Conciërges, die vaak aanwezig zijn op de gangen en het schoolplein en snel een beeld kunnen vormen van de sociale interacties tussen leerlingen.
• Kantinepersoneel, die tijdens pauzes vaak in direct contact staan met leerlingen en een veilige omgeving kunnen bieden.
• Administratief en ondersteunend personeel, die regelmatig leerlingen zien en signalen van pestgedrag kunnen oppikken.
• Schoonmakers en ander ondersteunend personeel, die vaak op momenten en plekken zijn waar geen leerkrachten aanwezig zijn, maar pestgedrag kan plaatsvinden.
Duur training:
3 uur,
Tarieven
75,- per medewerker op locatie en online 50,- per medewerker (minimaal aantal deelnemers 6)
Resultaten van de training:
• Niet-onderwijzend personeel wordt zelfverzekerd in hun rol als extra ogen en oren van het antipestbeleid.
• Ze leren subtiele, maar effectieve manieren om pesten te signaleren en, waar nodig, op een laagdrempelige manier in te grijpen.
• Ze begrijpen het belang van samenwerking met de Antipestcoördinator en andere collega’s om pestgedrag structureel aan te pakken.
Conclusie
Deze training biedt niet-onderwijzend personeel de kennis en tools om een belangrijke rol te spelen in het signaleren en rapporteren van pestgedrag. Door hen actief te betrekken bij het antipestbeleid wordt de schoolomgeving veiliger en inclusiever voor alle leerlingen.