Eén op de drie tieners heeft last van internetterreur: 'Wetgeving moet veranderen'

Eén op de drie tieners tussen de twaalf en achttien jaar heeft weleens last gehad van internetterreur, blijkt uit onderzoek van het Safer Internet Centre Nederland onder duizend jongeren en hun ouders. De meest voorkomende nare online gebeurtenis blijkt het ontvangen van berichten met schokkende inhoud, gevolgd door pesten, stalking, gehackt worden en sexting,  De wetgeving rond internetterreur moet daarom worden aangepast, vindt VVD-Tweede Kamerlid Jeroen van Wijngaarden.

Op dit moment staan slachtoffers van online intimidatie vaak machteloos, verklaart Van Wijngaarden in Goedemorgen Nederland. “Het strafrecht is een soort eindstation. Het duurt ontzettend lang om die hele procedure door te lopen. Het is veel belangrijker dat we belastend materiaal van iemand snel van bepaalde platforms kunnen laten verwijderen.”

Volgens het Kamerlid is de huidige wetgeving grotendeels nog gebaseerd op pesten op het schoolplein. “Maar het internet is geen schoolplein. Wat daar gebeurt, onttrekt zich aan onze waarneming. Wat wij willen is dat online platformen zoals Facebook en Twitter veel sneller inzicht geven in de gegevens van de uploaders van het materiaal. Waar ik naartoe wil, is dat een mogelijk slachtoffer al met de aangifte in de hand kan zorgen dat online platformen het materiaal verwijderen. Daarna kunnen we vaststellen of de actie daadwerkelijk strafbaar is geweest.”

Privacy

Een uitdaging bij dit type criminaliteit is privacy. Grote online bedrijven hebben de privacy van gebruikers hoog in het vaandel staan en zijn zeer terughoudend in het vrijgeven van gebruikersgegevens. “Hoe we de privacyregels nu met elkaar hebben afgesproken, betekent eigenlijk dat de boeven zich erachter kunnen verschuilen en wij, normale mensen, er heel erg veel last van hebben,” aldus Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland, in het ochtendprogramma.

“Er wordt altijd maar geschermd met privacy”, vult Van Wijngaarden hem aan. “Maar als de Tweede Kamer gaan we zelf over hoe we privacywetgeving invullen en uitleggen. Zo zouden we bijvoorbeeld uitzonderingen kunnen maken voor dit soort gevallen, want cyberpesten kan vreselijke gevolgen hebben. Wat kan beginnen als pesten, kan eindigen met serieuze criminaliteit zoals stalking, afpersing en zelfs situaties met een dodelijke afloop veroorzaken. We moeten het dus echt niet onderschatten.”

Bron WNL