Hoe breng je die checks in de praktijk? Met een spelletje!
Check 1: Breng variatie in je spelletjes
- Aantal personen: 8-99
- Leeftijd: 10+
- Materiaal: blauwe en rode wasknijpers met cijfers op. Zorg voor minstens 3 blauwe en 3 rode wasknijpers per speler.
- Variatie: je kan gemakkelijk andere spelletjes door elkaar spelen. Zo maak je makkelijk een aangepaste versie voor jongere kinderen.
FASE 1: 2 spelletjes tegelijkertijd
Speel twee spelletjes tegelijkertijd: Omarus en wasknijper-rekenmachien.
Omarus
We gaan terug naar de oertijd. Vanaf nu plakt er ‘us’ achter je naam, bv Mariekus, Samus, Habibus,… Je moet andere mensen opheffen en tot jouw stam inlijven. Als Marieke Sam opheft, wordt Sam ook een Mariekus en gaan ze samen andere mensen opheffen. Zo ga je door tot er 1 naam overblijft.
Wasknijper-rekenmachien
Er liggen en hangen blauwe en rode wasknijpers verspreid over het terrein. Op de wasknijpers staan ook cijfers. Het is de bedoeling dat je zo veel mogelijk punten verzameld. Op de blauwe wasknijpers staan pluspunten, op de rode wasknijpers staan minpunten.
Als je wasknijpers hebt gevonden, hang je die onderaan je T-shirt. Je mag geen wasknijpers van elkaar afnemen!
FASE 2: Uitdagen
Als Omarus gedaan is, ga je even met iedereen in een cirkel staan. Elke speler mag nu om de beurt één andere speler uitdagen voor een blad-steen-schaarduel. Als je wint, krijg je de laagste rode wasknijper. Als je verliest, krijg je de hoogste blauwe wasknijper van je tegenspeler.
FASE 3: Puntentelling
Puntentelling: de spelers leggen hun wasknijpers bij elkaar. Als de speler meer blauwe dan rode wasknijpers heeft, moet hij blauwe wasknijpers wegleggen tot beide aantallen van wasknijpers even groot zijn. Maar niet andersom: een speler kan wel meer rode dan blauwe wasknijpers hebben. De speler met de meeste punten is de winnaar van het spel.
Bijv.: Jan heeft 6 rode wasknijpers en 6 blauwe wasknijpers. Hij mag gewoon alles optellen.
+1 | +2 | +4 | +1 | +2 | +6 | = +16 | TOTAAL |
-3 | -1 | -1 | -1 | -2 | -2 | = -10 | 6 punten |
Bijv.: Chanselvie heeft 6 blauwe wasknijpers en 4 rode wasknijpers. Ze mag 2 wasknijpers niet meetellen.
+6 | +1 | +1 | +2 | +2 | +2 | = +10 | TOTAAL |
-3 | -1 | -1 | -1 | = -6 | 4 punten |
Bijv.: Silke heeft 4 blauwe wasknijpers en 6 rode wasknijpers. Ze moet wel alles optellen.
+3 | +2 | +1 | +3 | = +9 | TOTAAL | ||
-2 | -2 | -1 | -1 | -1 | -2 | = -9 | 0 punten |
In dit voorbeeld is Jan dus de winnaar.
Dit zullen de 'checks' zijn waarover je mag nadenken ... én vooral doen!
- Check 1: Breng variatie in je spelletjes
- Check 2: Kunnen ouders bij jou terecht als leiding?
- Check 3: Maak duidelijk dat pesten niet kan
- extra: Maak afspraken in je groep
- Check 5: Geef complimenten
- Check 6: Wat deel jij op sociale media van je vereniging?
- Check 7: Zoek samen naar oplossingen
- Check 8: Wij kennen elkaar door en door
- Check 9: Kinderen en jongeren kunnen bij jou terecht
- Check 10: Vraag input