Paul van Liempt in gesprek met jurist en filosoof Raisa Blommestijn over het fenomeen 'cancel culture'. "Ik voel een verantwoordelijkheid om de vrijheid van meningsuiting te verdedigen.” De laatste tijd treedt Blommestijn steeds vaker naar buiten. Als jurist en filosoof keert ze zich met name tegen de zogenaamde ‘Cancel cultuur’. Dat betekent zoveel als het intimideren en uitsluiten van iemand op basis van een problematische of controversieel geachte mening. Blommestijn: “We moeten die intimidatie niet hip noemen of normaliseren.”
Iedereen heeft het recht om zijn mening te geven
Bedrijven zouden volgens Blommestijn dan ook in moeten gaan op de oproepen om mensen te boycotten.
“Zij hebben een verantwoordelijkheid om hun rug recht te houden en te zeggen: wij gaan niet mee in dat soort oproepen.”
Samen met een collega heeft Blommestijn een manifest opgesteld teneinde het vrije woord te verdedigen. Dat heeft geleid tot oproepen aan de rector van haar universiteit om haar te ontslaan. Maar het spreekt toch voor zich dat ze zich juist aan de academie kan zeggen wat ze wil? “Ja dat lijkt logisch, maar dat blijkt niet zo logisch te zijn.” Blommestijn kan haar standpunten nu vrijuit kan spreken, alhoewel collega’s haar daar soms wel op aanspreken. “Juist die reacties sterken mij. Dan denk ik: ik moet mij niet laten intimideren.
Ik voel een verantwoordelijkheid om die vrijheid van meningsuiting te verdedigen
” Blommestijn is ook kritisch op de focus op diversiteit. “Het uitgangspunt moet zijn dat iedereen gelijke kansen heeft wat betreft het krijgen van een bepaalde functie. Dat lijkt zich nu te verplaatsen naar een verhaal van gelijke uitkomsten.” Het dient te gaan om de kwaliteiten van iemand, niet om de uiterlijke kenmerken, zo betoogt Blommestijn. “Dan zijn we helemaal niet meer bezig met de vraag waar het om gaat.” Ook vindt ze quota denigrerend. Alsof vrouwen, of bijvoorbeeld minderheden niet in staat zouden zijn om op eigen kracht door het glazen plafond te breken. “Feministen hebben het graag over empowerment van vrouwen. Nou empowerment is absoluut niet quota of streefcijfers.” Nu wordt er vandaag de dag ook regelijkmatig gesproken over institutioneel racisme. Blommestijn: “Dat is een hele ernstige beschuldiging en die wordt nogal makkelijk geuit.” Grootschalig bewijs voor die aantijging ontbreekt volgens haar, en we dreigen eraan voorbij te gaan hoe ernstig die aanklacht in feite is. Verder spreekt Blommestijn in dit gesprek over de zaak Wilders.
Ze is het niet eens met de uitspraak, maar de claim dat Nederland een corrupt land zou zijn, zoals Wilders zelf stelt? “Die woorden zou ik niet gebruiken, ik vind dat te ver gaan.” Wel is is Blommestijn zeer kritisch op de gang van zaken bij Akwasi en Jacobine Vreekamp, de officier van justitie die uitspraken doet over racistische zaken en ook zitting nam in een racismemeldpunt. “Er is geblunderd zou ik zeggen [..] de schijn van partijdigheid is al voldoende om te spreken van een onwenselijke gang van zaken.”