Drie adviezen voor een veilig schoolklimaat | Stop Pesten NU

084-8340086

Drie adviezen voor een veilig schoolklimaat

Een goede voedingsbodem voor digitaal burgerschap is een positief en sociaal-veilig schoolklimaat. Sinds 1 augustus 2015 zijn scholen wettelijk verplicht om een actief veiligheidsbeleid te voeren, inclusief het periodiek monitoren van de effecten, en het aanstellen van een coördinator voor schoolveiligheid (die tevens fungeert als aanspreekpunt). Hieronder volgt een mogelijke aanpak, in de vorm van drie adviezen:

  1. Kies voor een brede aanpak.
  2. Stel duidelijke normen en waarden.
  3. Koester het pedagogisch vakmanschap.

Advies 1 – Kies voor een brede aanpak

Om een sociaal-veilig en positief schoolklimaat te creëren, zijn onderling samenhangende afspraken, interventies, programma’s en methoden noodzakelijk. Op individueel niveau, klassikaal niveau en schoolniveau. Ook dienen de ouders en ‘de omgeving’ (zoals de wijkagent en het gemeentelijke wijkteam) betrokken te worden. De aanpak moet verder strekken dan ‘schoolbreed’, omdat grensoverschrijdend gedrag, zoals pesten, niet ophoudt bij het verlaten van het schoolplein. Het kan zich voortzetten op weg naar huis, bij de sportvereniging en op internet.

Eventuele maatregelen bij grensoverschrijdend gedrag moeten zich ook niet uitsluitend richten op individuele leerlingen, maar ook op hun klasgenoten, de schoolomgeving en de thuisomgeving. Kortom: kies voor een brede aanpak.

Aandachtspunten

  • Uit onderzoek blijkt dat de aanpak van cyberpesten alleen werkt als het onderdeel is van een brede aanpak tegen pesten in het algemeen.
  • Zorg dat de coördinator voor schoolveiligheid contact onderhoudt met de wijkagent over sociale media. Steeds vaker zijn wijkagenten ook digitaal actief en hebben ze via internet zicht op wat er speelt in de buurt.
  • Ontwikkel en onderhoud een netwerk waarin school, thuis en de leerlingen elkaar blijvend informeren over wat er online speelt. Betrek ook het wijkteam (als dat er is) bij dit netwerk. Zo ben je eerder op de hoogte, en kun je sneller handelen als er wat misgaat.
  • Praat structureel met de ouders over sociale media. Veel scholen laten het bij een ouderavond over digitaal pesten naar aanleiding van een incident, maar beter is het om proactief te werken. Dat kan betekenen: overleggen met de MR en de ouderraad over de betrokkenheid van ouders bij het digitaal geletterd maken van leerlingen. Daar hoort ook de mediaopvoeding thuis bij.
  • Een structurele samenwerking tussen de school en de ouders kan beginnen met een goed gesprek over de WhatsApp-groep van de klas. Welke regels zijn van belang voor de ouders, wat vindt de school, en wat vinden de leerlingen zelf?
  • Voor ondersteuning bij het ontwikkelen van een eigen aanpak voor sociale veiligheid, zie Digitaal Veiligheidsplan van de stichting School en Veiligheid.

Advies 2 – Stel duidelijke normen en waarden

De sociale veiligheid op school is gebaat bij een sfeer waarin harmonie en respect centraal staan, en waarin pesten en ander agressief gedrag niet worden getolereerd. Een open en ondersteunende cultuur, waarin leerlingen een eigen verantwoordelijkheid hebben, bevordert hun welbevinden en vermindert problematisch gedrag. Het is daarbij belangrijk dat zowel de leerlingen, als het personeel, als de ouders, zich bewust zijn van de kernwaarden en de bijbehorende normen en regels die in de school gelden, dat die nageleefd worden, en dat er anders sancties volgen.

Aandachtspunten

  • Zorg dat alle betrokkenen (leerlingen, personeel en ouders) zich bewust zijn van de digitale normen en waarden van de school, door ze op te nemen in de schoolgids en er regelmatig over te praten. De betrokkenheid van de leerlingen kan vergroot worden door ze te betrekken bij het opstellen van de bijbehorende gedragsregels.
  • De school accepteert niet dat er wordt gepest, ook niet digitaal. Dat betekent dat er sancties volgen wanneer er grenzen worden overschreden. Denk aan shamesexting (het doorzenden van seksueel getinte beelden naar personen waarvoor die beelden niet bedoeld waren), of andere vormen van extreem digitaal pesten.
  • Informeer de leerlingen dat pesten, al of niet digitaal, strafbaar kan zijn op grond van belediging, smaad, laster of stalking, en dat het verzenden van sexts (seksueel getinte beelden) juridisch gezien geldt als het verzenden van kinderporno.
  • Communiceer regelmatig én consistent over de regels die de school hanteert voor social-media-gebruik, en over de gevolgen als je die regels overschrijdt. (Consistent, omdat het lastig wordt als iedere leraar z’n eigen regels hanteert).
  • Houd er wel rekening mee dat het criminaliseren van digitaal pesten averechts kan werken, en dat strenge straffen, zoals het schorsen van leerlingen, niet altijd constructief bijdragen. Dit blijkt uit onderzoek.
  • Vergeet niet om ook aandacht te besteden aan positief gedrag, en dit te stimuleren. Hoe ziet respect voor elkaar er online uit? In hoeverre geldt dat voor groeps-apps? Hoe vertaalt de school zijn kernwaarden en de bijbehorende normen en regels naar positief gedrag op sociale media?
  • Overweeg het inzetten van WhatsHappy, een les over digitale omgangsvormen. Voor de aanpak van ongewenste beelden, zie Omgaan met online verspreiding van ongewenste beelden van leerlingen en/of personeel 

Kennisnet en de VO-Raad, en het handige Stappenplan Sexting van SOA Aids NL en Bureau Jeugd & Media.

Advies 3 – Koester het pedagogisch vakmanschap

Leraren spelen een belangrijke rol bij het creëren van een sociaal-veilig klimaat. Zij kunnen grensoverschrijdend gedrag tijdig signaleren, en adequaat ingrijpen. Ook zijn zij het die de normen en waarden van de school uitdragen, en het goede voorbeeld geven. Dit alles vereist pedagogisch vakmanschap. Het begin van het schooljaar is cruciaal voor het realiseren van een sociaal-veilig klimaat. Dan begint de groepsvorming. Als de leraar in deze fase een positief stempel drukt op de sfeer, en met de leerlingen duidelijke regels afspreekt, creëert hij een positief klimaat waar iedereen de rest van het jaar de vruchten van plukt.

Aandachtspunten

  • Uitgangspunt is dat opvoeders in het algemeen, en in dit geval de leraren, zelf ontspannen omgaan met media, en dat ze de leerlingen blijven vertrouwen in wat ze doen op sociale media, hoeveel fouten ze ook maken.
  • Práát niet alleen over de kansen van sociale media, maar laat zien dat je er ook echt in gelooft. Bijvoorbeeld door sociale media te gebruiken in de klas.
  • Toon belangstelling voor wat hun leerlingen op internet samen doen, ook buiten de muren van de school. Bijvoorbeeld door ze af en toe te vragen om iets van hun digitale wereld, of iets wat ze hebben gemaakt, te laten zien op het digibord.
  • Praten over wat leerlingen digitaal hebben meegemaakt, met name als het wat persoonlijker zaken betreft waar ze liever niet over beginnen in de klas, kan ook in de pauzes, op het schoolplein, en soms misschien wel thuis, met de ouders erbij.
  • Voor leraren betekent ‘het goede voorbeeld geven’: professioneel blijven in de communicatie met de leerlingen (via sociale media), en bijvoorbeeld niet ‘s avonds laat nog mailen of WhatsAppberichten sturen en nadenken over hoe ze digitaal communiceren met hun leerlingen, wat zeg je wel, wat zeg je niet?

Download bijlage

 

Bron