Silke Beerens geeft les in het derde leerjaar van de Unescobasisschool in Koekelberg. Zij vond een tool om emoties een plek te geven in haar klas. Bekijk de video.
Bouwen aan een vertrouwensband
Juf Silke : “Ik merkte dat kinderen het niet altijd makkelijk hebben om hun gevoelens te verwoorden. Zeker in het begin van het schooljaar, wanneer de vertrouwensband er nog niet is. Een nieuwe klas, een nieuwe juf … Dan is het soms moeilijk voor kinderen om te praten over wat hen dwars ligt. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een hulpmiddel om die eerste stap makkelijker te maken. Zo vond ik op Pinterest de gevoelsmannetjes.”
“De mannetjes kleven met een magneet op de kast. Wanneer de kinderen ergens mee zitten, bijvoorbeeld na de speeltijd, dan kunnen ze een mannetje gaan halen dat bij hun gevoel past: droevig , of juist heel blij. Ze kleven het mannetje aan hun bank en kunnen zo aan mij signaleren dat er iets is. Als ik weet wat er speelt in de klas, kan ik daar rekening mee houden.”
Het is oké om je eens niet goed te voelen
Juf Silke: “Als ik een boos of treurig mannetje zie, dan ga ik met dat kind in gesprek. Maar alleen als ze dat ook echt willen. Als ze liever even met rust gelaten worden, kan dat ook. In die korte gesprekjes kunnen ze even ventileren en hun gevoelens benoemen. Daarna kunnen ze zich meestal snel weer goed concentreren. Ik wil ze ook leren dat het oké is om je eens niet goed te voelen en dat emotie ook een plaats heeft in de klas.”
“Aan het einde van de schooljaar gebruiken de kinderen de mannetjes minder. Omdat de vertrouwensband er dan is, hebben ze die niet meer nodig om te durven praten over wat hen bezig houdt. Sinds ik de mannetjes gebruik, merk ik dat de kinderen zich veel beter voelen in de klas en daar gaat het om.”
Gevoelskaartjes: help je leerlingen emoties uitdrukken
Druk, verveeld, snel afgeleid? Achter elk gedrag in je klas schuilen gevoelens. Met deze gevoelskaartjes help je je leerlingen die emoties te benoemen.
Hoe ga je te werk?
- Print de pdf met gevoelsmonstertjes en kopieer hem in kleur voor elke leerling.
- Knip de monstertjes uit. Lamineren maakt de kaartjes duurzaam voor de volgende jaren.
- Geef elke leerling 4 verschillende monstertjes én een wasknijper.
Hoe gebruik je de gevoelskaartjes?
Bespreek met je leerlingen waarvoor elk monstertje staat. Laat ze zelf voorbeelden bedenken van situaties waarop elk monstertje van toepassing kan zijn.
Laat je leerlingen elke dag het meest toepasselijke monstertje op de bankplaatsen. Hangen ze de wasknijper aan het monstertje? Dat betekent dat ze over hun gevoel willen praten.
Maak tijd om een leerling individueel aan te spreken. Gevoelens zijn heel persoonlijk en erover praten is voor kinderen vaak moeilijk. Gebruik daarom geen ‘waarom-vragen’ waarbij je zelf de monstertjes interpreteert, maar vraag eerder wat dat monstertje wil zeggen. Toon ook dat je aandachtig luistert. Benoem de emoties en erken ze: ‘Ik snap dat dat moeilijk is voor jou’ of ‘Ik begrijp dat dit jou bang maakt’.
Soms wil een kind vooral ventileren. Je hoeft dus niet meteen raad te geven. Laat de leerling eerst zelf nadenken, zo vergroot je z’n vermogen om problemen op te lossen. Raakt hij er niet uit? Dan kan je samen een oplossing bedenken.
Download de Gevoelskaartjes
Voorbeelden van oplossingen: een stressbal gebruiken, even op de gang tot rust komen, samen helpende gedachten bedenken (‘Ook al is het moeilijk, ik kan het aan’, ‘Ik heb het goed geleerd’, ‘Ik probeer het gewoon’, ‘Ik mag om hulp vragen’), buikademhaling toepassen …
Bron Klasse be