Grensoverschrijdend gedrag is een actueel thema. Mede door verschillende nieuwsberichten in de afgelopen periode, is het maatschappelijk debat aangezwengeld. De berichtgeving gaat vaak over grensoverschrijdend gedrag binnen verschillende domeinen. Movisie-expert Wendela Wentzel legt uit wat de basale uitgangpunten zijn bij duiden, beoordelen en praten over grensoverschrijdend gedrag. Ze geeft tips en legt uit waar je op moet letten bij dit thema.
Het normstellend kader
Om grensoverschrijdend gedrag te duiden en te beoordelen, maakt Movisie in haar methodieken rondom (ex-)partnergeweld en grensoverschrijdend gedrag bij kinderen en jongeren gebruik van een normstellend kader. Dit klinkt misschien zwaar, maar het is eigenlijk heel eenvoudig. Wat houdt dit normstellende kader in?
Met een normstellend kader wordt gedrag langs een meetlat van een aantal criteria gelegd. De criteria zijn: is er wederzijdse toestemming, hoe zit het met de vrijwilligheid en gelijkwaardigheid, past het gedrag bij de leeftijd (met name bij kinderen en jongeren) of is er sprake van zelfbeschikking (bij volwassenen), is er respect voor jezelf en de ander en past het in de omgeving?
Voorbeeld: In een Veilig Thuis team is vooral aandacht voor het effect van huiselijk geweld op de kinderen. Een aantal medewerkers wil meer inzetten op (ex)-partners zonder kinderen en mist een gerichte aanpak. Met name de jongere medewerkers vinden dit lastig; het gaat immers om ‘volwassenen die een eigen verantwoordelijkheid hebben’. De organisatie besluit een training te volgen met het doel iedereen op een lijn te krijgen. Met behulp van de training RelatieWijs krijgen de medewerkers handvatten om geweld tussen (ex)-partners te duiden, te beoordelen en aan te pakken.
Gemeenschappelijke taal
Door gedrag te duiden aan de hand van de criteria, kun je objectiever kijken naar grensoverschrijdend gedrag en geweld. Je komt los van eigen ervaringen, waarden en normen op grond waarvan je naar het grensoverschrijdende gedrag kijkt. Dit is belangrijk, omdat de mate waarin iemand gedrag ‘vindt kunnen of niet’, voor iedereen anders is. Oftewel: iedereen heeft zijn eigen perceptie en subjectieve kijk op wanneer gedrag grensoverschrijdend is. Door gedrag te duiden aan de hand van de criteria, creëer je een gemeenschappelijke taal. Door met elkaar in gesprek te gaan en ook eigen casuïstiek langs de criteria te leggen, wordt dit verstrekt.
Hoe duid je gedrag?
In de methodieken Vlaggensysteem en RelatieWijs kijk je naar gedrag met behulp van criteria. Door per criterium een score te geven, maak je een eerste beoordeling van het gedrag. Vervolgens kom je met behulp van de overige instrumenten zoals de aanwijzingen, waarin je kijkt naar de aard, duur en frequentie van het gedrag, tot een groen, gele, oranje of rode vlag/kaart. Bij elke kleur vlag/kaart horen richtlijnen om te handelen.
Tips
- Kijk naar gedrag. Bij het beoordelen van gedrag kijken we naar het gedrag van de persoon die het initieert. Zo veroordeel je niet de persoon, maar wel zijn/haar/hen gedrag. Je haalt de schuld niet weg bij de pleger, maar je confronteert met het gedrag en neemt een standpunt in. Door het gedrag te benoemen, blijf je weg van veroordelen.
- Grensoverschrijdend gedrag roept reacties op. Dit leidt tot het innemen van extreme standpunten. Hoe kan je reageren op ontwrichtende gebeurtenissen? Het is belangrijk je te realiseren dat incidenten van grensoverschrijdend gedrag, vooral seksueel grensoverschrijdend gedrag, altijd extreme reacties oproepen. Er zijn vrijwel altijd voor- en tegenstanders die het slachtoffer wel of niet geloven. Hetzelfde geldt voor de pleger. Deze extreme reacties kunnen polarisatie in de hand werken. Als je dit mechanisme kent, kun je zelf vaak rustiger reageren.
- Richt je niet op wat slachtoffers hebben gedaan of nagelaten. Vaak zien we dat de omgeving zich richt op de houding van de slachtoffers. ‘Waarom is niet eerder aan de bel getrokken? Er zijn toch voldoende mogelijkheden om te melden?’ Door te werken met een normstellend kader, focus je op het gedrag van de pleger en ga je hier niet in mee. Dit is belangrijk, om meerdere redenen. Ten eerste kan het besef dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag pas laat doordringen, omdat het in een relatie plaatsvindt die ogenschijnlijk veilig is. Ten tweede geven slachtoffers vaak zichzelf de schuld, dit geeft een gevoel van controle of het idee dat een slachtoffer een volgend incident zelf kan voorkomen. Ten derde is er vaak veel schaamte over wat er gebeurd is. Dit zijn bekende en gebruikelijke overlevingsmechanismen, die met respect behandeld moeten worden. We spreken ook wel van geleidelijke onthulling; slachtoffers gaan praten als ze zich gesteund voelen, eraan toe zijn en ook dan onthullen ze vaak mondjesmaat wat er gebeurd is.
- Richt je op verschillende criteria. In de media lijkt consent het centrale begrip, maar dit is maar een aspect van grensoverschrijdend gedrag. Het normstellend kader hanteert verschillende criteria. Consent is belangrijk want het leert de betrokkenen dat er toestemming gevraagd moet worden voor seks en ander gedrag. Naast wederzijdse toestemming zijn vrijwilligheid en gelijkwaardigheid minstens zo belangrijk, net als het feit dat het gedrag passend is bij de leeftijd en omgeving. Iemand mag altijd terugkomen op de toestemming. Iedereen heeft het recht dit te doen. Wie A zegt, hoeft niet B te zeggen en mag ook van B naar A gaan of de (seksuele) interactie stoppen.
- Kijk of het gedrag bij de leeftijd past. Deze tip benoemen we apart, omdat het belangrijk is voor met name kinderen en jongeren. Het Vlaggensysteem hanteert een lijst met welk gedrag dat passend is bij een bepaalde leeftijd (de normatieve lijst). Bij volwassenen hanteren we het criterium zelfbeschikking.
Zie ook Het Vlaggensysteem
Bron Movisie