Het verhaal van Anna - Hoofdstuk 5 | Stop Pesten NU

Het verhaal van Anna - Hoofdstuk 5

Mijn hart staat even stil en begint daarna sneller te kloppen dan het ooit heeft gedaan. Hij is gekomen. Voor mij. Speciaal voor mij. ‘Volgens mij is er iemand die je graag wil spreken,’ zegt Saskia als ze weer naar me toekomt, ‘dus ik zou maar snel gaan.’ De vette knipoog die ze er achteraan geeft maakt me blij en bang tegelijk. Als ik een normaal meisje was geweest had ik hem vertrouwd. Dan had ik hem als vriend kunnen zien, zou ik misschien zelfs verliefd op hem kunnen worden. Maar ik ben niet normaal. Verliefd worden kan ik nu niet, durf ik niet eens. In de klas zijn er twee groepen: de rest van de klas en ik. We voeren een strijd zonder wapens en ik weet niet hoe ik moet vechten. Ik weet niet eens waarom het oorlog is. Als ik wil overleven kan ik niet verliefd worden. Ik mag niet zwak zijn. Maar misschien is het niet verkeerd om iemand aan mijn kant te hebben staan. ‘Hey,’ zegt Thom, gelukkig heeft hij niets in de gaten van de discussie die ik in mijn hoofd voer, over vertrouwen. ‘Hey,’ zeg ik. Het is niet mijn bedoeling om zo verlegen te klinken, maar ik kan er niets aan doen. Mijn benen lijken van spaghetti en mijn handen trillen. Mijn hart probeert zich een weg naar buiten te bonzen. ‘Mag ik haar even meenemen?’ Vraagt Thom. Saskia knikt als een trotse moeder en even ben ik bang dat ze gaat huilen, maar ze houdt zich in. Anderen zou ze verbieden weg te gaan in een strafuur, dat weet ik zeker, maar op mij is ze trots. Ik weet niet of ik dat als compliment moet zien.

Thuis kan ik me niet concentreren op mijn huiswerk. Al mijn gedachten leiden rechtstreeks naar Thom. Misschien komt het doordat hij de enige is die aardig doet, dat ik me zo op hem focus, of misschien vind ik hem wel echt leuk. Wat het ook is, ik voel de drang om te schreeuwen en te huppelen. Studeren heeft nu geen zin, ik moet met iemand praten anders knap ik van geluk. Gelukkig staat mam in de keuken. ‘Hee lieverd,’ zegt ze. Normaal ben ik niet iemand die veel praat over haar gevoelens, maar het moet eruit. ‘Mam?’ vraag ik. ‘Hoe voelt het om verliefd te zijn?’