Pak pestgedrag aan | Voor Scholen

084-8340086

Foutmelding

You may not view this site from your current location.

Pak pestgedrag aan

Pestgedrag aanpakken vereist de betrokkenheid van ouders, schoolpersoneel en organisaties. Hier zijn enkele richtlijnen:

  1. Zorg ervoor dat het kind begrijpt wat pestgedrag inhoudt. Jongeren die pesten moeten leren dat hun gedrag verkeerd is en anderen schaadt.
  2. Laat kinderen zien dat pesten serieus genomen wordt. Spreek het kind rustig aan en maak duidelijk dat pesten niet getolereerd wordt. Behandel het probleem met respectvol gedrag.
  3. Werk samen met het kind om de redenen achter het pestgedrag te begrijpen. Bijvoorbeeld:
  • Soms pesten kinderen om erbij te horen. Deze kinderen kunnen baat hebben bij deelname aan positieve activiteiten, zoals sport en clubs, waardoor ze leiderschapsrollen kunnen vervullen en vrienden kunnen maken zonder de behoefte om anderen te pesten.
  • In andere gevallen kunnen kinderen zich pestgedrag vertonen als gevolg van andere problemen, zoals problemen thuis, misbruik of stress in hun leven. Ze kunnen zelfs slachtoffer zijn geweest van pesten. Deze kinderen hebben mogelijk extra ondersteuning nodig, zoals geestelijke gezondheidszorg.

4. Gebruik consequenties als leermiddel. Consequenties die gericht zijn op leren en empathie bevorderen, kunnen helpen bij het voorkomen van toekomstig pestgedrag. Het schoolpersoneel moet zich bewust zijn van de gedragscode voor studenten en ander beleid bij het ontwikkelen van consequenties en het toepassen van disciplinaire maatregelen. Enkele voorbeelden van activiteiten voor het gepeste kind kunnen zijn:

  • Het leiden van een klasgesprek over hoe je een goede vriend kunt zijn.
  • Het schrijven van een verhaal over de gevolgen van pesten of de voordelen van samenwerking.
  • Het uitbeelden van een scenario of het geven van een presentatie over het belang van respect voor anderen, de negatieve effecten van roddels of hoe je kunt samenwerken.
  • Het uitvoeren van een project over burgerrechten en pesten.
  • Het lezen van een boek over pesten.
  • Het maken van posters over cyberpesten en verstandig online gedrag.

5. Betrek het gepeste kind bij het herstellen van de situatie. Het doel is om hen te helpen inzien hoe hun acties anderen beïnvloeden. Enkele mogelijke stappen voor het gepeste kind kunnen zijn:

  • Het schrijven van een verontschuldigingsbrief aan de gepeste leerling.
  • Het verrichten van een goede daad voor de gepeste persoon of andere gemeenschapsleden.
  • Het opruimen, repareren of vergoeden van schade aan eigendommen die ze hebben beschadigd.

6. Vermijd strategieën die niet effectief zijn of negatieve gevolgen hebben:

  • "Zero-tolerance" of "three strikes, you're out"-strategieën werken niet. Het schorsen of verwijderen van leerlingen die pesten, vermindert het pestgedrag niet. Het kan er zelfs voor zorgen dat studenten en docenten minder geneigd zijn om pestgedrag te melden en aan te pakken.
  • Conflictoplossing en intercollegiale bemiddeling werken niet bij pesten. Pesten is geen conflict tussen gelijkwaardige partijen met gedeelde schuld. Het confronteren van degenen die gepest zijn, kan de situatie verergeren.
  • Groepsbehandeling voor pestende studenten werkt niet. Groepsleden hebben de neiging om elkaars pestgedrag te versterken.
  • Blijf opvolgen. Nadat het pestprobleem is opgelost, is het belangrijk om door te gaan met het zoeken naar manieren om het gepeste kind te helpen begrijpen hoe hun gedrag anderen beïnvloedt. Prijzen voor vriendelijke daden en gesprekken over wat het betekent om een goede vriend te zijn, kunnen bijvoorbeeld nuttig zijn.

7. Steun voor omstanders van pesten is een belangrijk aspect van pestpreventie en het creëren van een veilige omgeving voor alle betrokkenen.
Omstanders zijn personen die getuige zijn van pestgedrag, maar zelf niet direct betrokken zijn als slachtoffer of pester. Hoewel ze mogelijk niet rechtstreeks betrokken zijn, kunnen ze nog steeds worden beïnvloed door het pestgedrag dat ze waarnemen. Het is essentieel om hen de nodige tools en steun te bieden om te weten hoe ze kunnen handelen en het pesten kunnen stoppen.

Vaak weten omstanders niet wat ze moeten doen of voelen ze zich niet zeker genoeg om direct in te grijpen. Er zijn echter verschillende stappen die ze kunnen nemen om een positieve impact te hebben en het pesten te helpen stoppen:

  1. Negeer het niet: Omstanders moeten pestgedrag niet negeren, maar erkennen dat het verkeerd is. Het is belangrijk om te begrijpen dat zwijgen het probleem kan verergeren en het slachtoffer kan laten voelen dat niemand om hen geeft.

  2. Steun het slachtoffer: Een eenvoudige manier om steun te bieden, is door het slachtoffer te laten weten dat je er voor hen bent. Dit kan worden gedaan door vriendelijk te zijn, aardige woorden te zeggen en hen te betrekken bij activiteiten. Dit kan het gevoel van isolatie verminderen en het zelfvertrouwen vergroten.

  3. Meld het pestgedrag: Omstanders kunnen het pestgedrag melden bij een volwassene, zoals een leerkracht, mentor, ouder of vertrouwenspersoon. Het delen van informatie met een verantwoordelijke volwassene kan helpen bij het aanpakken van het probleem en het bieden van ondersteuning aan het slachtoffer.

  4. Stel groepsnormen vast: Omstanders kunnen samen met anderen positieve groepsnormen vaststellen. Door te laten zien dat pesten niet wordt getolereerd, kunnen ze een cultuur van respect en acceptatie bevorderen.

  5. Wees een voorbeeld: Omstanders kunnen het goede voorbeeld geven door vriendelijk, respectvol en ondersteunend gedrag te tonen. Door anderen te laten zien hoe ze met elkaar moeten omgaan, kunnen ze anderen inspireren om hetzelfde te doen.

  6. Bied hulp aan: Als het veilig is om te doen, kunnen omstanders directe hulp bieden aan het slachtoffer. Dit kan variëren van het tussenbeide komen bij het pestgedrag tot het begeleiden van het slachtoffer naar een veilige plek. Het is echter belangrijk dat omstanders hun eigen veiligheid niet in gevaar brengen.

Het is van cruciaal belang om omstanders van pesten te ondersteunen en hen bewust te maken van hun rol in het stoppen van pestgedrag. Door deze steun en begeleiding kunnen ze een positieve invloed hebben op het creëren van een veilige en respectvolle omgeving voor iedereen.