Preventie Sexting in het MBO | Stop Pesten NU

084-8340086

Preventie Sexting in het MBO

]Ontsporingen zijn nooit helemaal te voorkomen maar je kunt de kans daarop wel verminderen. Hieronder volgen daarvoor handvatten en tips.

Maak een schoolveiligheidsplan

In het schoolveiligheidsplan legt de school vast wat er wordt gedaan tegen geweld, agressie, seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, etc. en hoe dit alles voorkomen kan worden. Zie ook: Veilig leren en werken in het onderwijs / Veiligheid op school (van de Rijksoverheid).

Aandachtspunten:

  1. Besteed in het schoolveiligheidsplan ook aandacht aan sociale media. Beschrijf daarbij: wat er mis kan gaan; wat u doet om problemen te voorkomen; de procedure bij calamiteiten.
  2. Leg een verband met het pestprotocol: wat wordt er verstaan onder pesten bij het gebruik van sociale media? wat zijn de sancties als er dingen mis gaan?
  3. Voeg een onderdeel toe over afstandsonderwijs: wat zijn de regels waaraan men zich moet houden? wat wordt er niet getolereerd en wat zijn de sancties?
  4. Heeft u afspraken gemaakt met uw vaste contactpersoon bij de politie (als die er is), over mogelijke online incidenten? Beschrijf die dan ook in het schoolveiligheidsplan.

Meer informatie:

Leerlingen en sociale media in het vo (Stichting School & Veiligheid, nov. 2020)

Omgaan met sociale media: tips en handreikingen (Onderwijs van morgen, sept. 2017)

Pestgedrag in het mbo: oorzaken en oplossingen (Canon beroepsonderwijs, update juni 2021)

Geef richtlijnen

Geef richtlijnen – zowel voor de studenten als het personeel – voor het gebruik van sociale media. Dat kan in de vorm van protocollen, maar je kunt ook op andere manieren afspraken maken. Bijvoorbeeld via de schoolgids/opleidingsgids, of met SLB-gesprekken in de klas. (“We gaan het hier regelmatig over hebben.”)

Aandachtspunten:

  • uitgangspunt bij alle richtlijnen: hoe gedragen we ons?
  • informeer de studenten over de strafbaarheid van belediging, smaad en laster. (In de lessen over burgerschap, en via de opleidingsgids);
  • laat de studenten zelf hun eigen regels bedenken (dan worden ze beter nagevolgd);
  • formuleer do’s en don’ts;
  • benadruk de positieve aspecten van sociale media;
  • vermijd bangmakerij (angst is een slechte raadgever);
  • kies ambassadeurs (studenten en docenten) om het beleid uit te dragen.

Zie ook:

• Wat kunnen scholen doen om docenten te beschermen tegen stiekeme opnames van digitaal thuisonderwijs? (Data & Privacyweb)

Geef lessen over de verspreiding van ongewenste beelden (in het kader van ‘burgerschap’)

De belangrijkste vorm van preventie is: praten, praten, praten. “Hoe ziet je digitale wereld eruit?” “Wat is normaal en wat is gevaarlijk?” Dit soort lessen kan gegeven worden door de docent burgerschap. Maar het onderwerp kan ook besproken worden door de SLB (schoolloopbaanbegeleider). Merk op dat mbo-studenten heel open zijn. Ze hebben weinig last van taboes. Praten over het onderwerp ‘verspreiding van ongewenste beelden’ zal dus niet echt moeilijk zijn.

Stel een functionaris aan voor social-mediagebruik

Vanuit het onderwijsveld klinkt een sterke behoefte aan aparte functionarissen voor social- mediagebruik. Specialisten om versplintering tegen te gaan. Mogelijke taken van zo’n functionaris kunnen zijn: 

  • het monitoren van social-mediagebruik door studenten en docenten (in de praktijk: vooral Instagram-accounts controleren);
  • het geven van lessen in social-mediagebruik;
  • het instrueren en bijpraten van docenten op het gebied van sociale media;
  • het opstellen en onder de aandacht brengen van regels en protocollen;
  • het wegwijs maken van nieuwe studenten;
  • het fungeren als aanspreekpunt of ombudsman (of -vrouw) bij vragen en problemen.

Bijzonderheden:

  • zo’n functionaris kan ook de rol van vertrouwenspersoon vervullen. Voor het mbo is dit zelfs wettelijk geregeld;
  • vanuit het mbo-veld klinkt de roep om vertrouwenspersonen meer body te geven, en niet louter als pestcoördinator te laten gungeren. Uitbreiding van het takenpakket naar werkzaamheden op het gebied van social-mediagebruik is dus een logische stap.

Pak het snitching-probleem aan

Snitchen is straattaal voor ‘klikken’. Dat ligt sociaal gevoelig. Studenten kunnen terughoudend zijn om te bevestigen dat medestudenten de fout zijn ingegaan, omdat ze daar zelf de dupe van kunnen worden. Klikkers krijgen klappen. Dat maakt het voor scholen moeilijk om na te gaan waar de bron van het doorzenden van compromitterende beelden zit. Hoe los je dat op?

Om het snitch-probleem zo veel mogelijk te beperken, moet de school de melddrempel zo laag mogelijk maken. Vooral: door te garanderen dat meldingen altijd vertrouwelijk behandeld zullen worden, en dat de naam van de melder nooit bekend zal worden gemaakt. Anonimiteit en veiligheid voorop dus. Dat geeft echter nog geen garantie dat de naam van de melder niet alsnog bekend zal worden. Bijvoorbeeld doordat medestudenten (die door de melder in vertrouwen waren genomen) uit de school klappen.

Uit gesprekken met SLB’s, coaches en zorgcoördinatoren is gebleken dat het in ieder geval nuttig en zinvol is om met de studenten te praten over de snitch-problematiek, vóór
zich daadwerkelijk een probleem heeft voorgedaan. Dus niet voortvloeiend uit een specifiek incident.

Download Aanpak voor de verspreiding van ongewenste beelden Leidraad voor het mbo

 

Bron MBO Raad