Een veilige en positieve leeromgeving is de kern van het GRIP-model. Om deze omgeving te handhaven, is het belangrijk dat er duidelijke en consequente disciplinaire maatregelen zijn. Deze richtlijnen zijn bedoeld om leraren en mentoren te helpen bij het consequent en effectief aanpakken van ongewenst gedrag.
Consistentie en groepsdynamiek
Binnen het GRIP-model is het cruciaal om te begrijpen dat het gedrag van één leerling invloed kan hebben op de hele groep. Daarom is een consistente aanpak van ongewenst gedrag niet alleen belangrijk voor het individu maar ook voor de groepsdynamiek.
De GRIP-disciplinaire ladder
Deze ladder is aangepast aan de principes van het GRIP-model en dient als een flexibel raamwerk:
- Groepsbespreking
Begin met een open dialoog binnen de groep om het bewustzijn te vergroten en de groepsnormen te herbevestigen.
- Individuele aanspreking
Als het gedrag aanhoudt, volgt een individueel gesprek met de leerling, waarbij de focus ligt op de impact van zijn/haar gedrag op de groep.
- Ouderbetrokkenheid
Betrek de ouders in een vroeg stadium om te zorgen voor een thuis-school samenwerking.
- Beperkende maatregelen
Bij aanhoudend ongewenst gedrag kunnen er beperkingen worden opgelegd, zoals het tijdelijk niet deelnemen aan bepaalde groepsactiviteiten.
- Schorsing
In extreme gevallen kan dit leiden tot een tijdelijke schorsing, maar altijd met het doel om de leerling weer succesvol te re-integreren in de groep.
Deze GRIP-disciplinaire ladder is geen strikte handleiding maar een startpunt. Het is belangrijk dat leraren en mentoren deze richtlijnen aanpassen aan de specifieke behoeften en uitdagingen van hun eigen klas en school.