Waarom pesten iedereen raakt – en wat we eraan kunnen doen - Metro Nieuws | Stop Pesten NU

Waarom pesten iedereen raakt – en wat we eraan kunnen doen - Metro Nieuws

Pesten: het komt steeds vaker voor en neemt ernstigere vormen aan, soms zelfs met fatale gevolgen. Het overlijden van de 14-jarige Nina uit Helmond, die uit het leven stapte na langdurig gepest te zijn, heeft onlangs veel losgemaakt. Elke dag lijden talloze kinderen en jongeren in stilte onder pestgedrag – op school, online, of zelfs thuis.

Wat kunnen we leren van Nina’s verhaal? Hoe kunnen we voorkomen dat meer kinderen zich zo alleen voelen? En wat is er nodig om pesten écht aan te pakken? Metro sprak met Patricia Bolwerk, oprichter van de stichting Stop Pesten Nu.

Pesten: steeds meer kinderen in Nederland krijgen ermee te maken. En de mate waarin kinderen worden gepest, wordt ook steeds ernstiger, concludeerde de Onderwijsinspectie in een rapport dat begin dit jaar werd uitgebracht. Met soms zeer tragische gevolgen: op 1 april maakte de 14-jarige Nina uit Helmond een einde aan haar leven. Ze werd op school gepest en deze last kon ze niet meer dragen. Na haar dood kwam de school waar zij leerling was, onder vuur te liggen. De school wees erop dat er een pestprotocol is en dat pestgedrag altijd wordt gecorrigeerd. 

Wat is pesten eigenlijk?

Eerst maar eens terug naar de definitie, want wat is pesten precies? „Veel mensen verwarren pesten met plagen”, zegt Bolwerk. „Maar er is een wereld van verschil.” Plagen is kortstondig, gelijkwaardig en zonder kwade bedoelingen – het kan zelfs grappig of speels zijn voor alle betrokkenen.

Pesten daarentegen heeft drie vaste kenmerken. Het gebeurt herhaaldelijk – niet één keer, maar telkens weer. Het tweede kenmerk is dat pesten bewust gemeen is bedoeld – de intentie is om iemand pijn te doen. Ten derde is er sprake van machtsongelijkheid – de pester staat sterker, fysiek, sociaal of psychologisch. „Als die drie factoren aanwezig zijn, spreken we van pesten. Dan is er geen sprake meer van miscommunicatie of een incident. Dan is het structureel, systematisch en schadelijk”, legt Bolwerk uit.

Pesten: fysiek, verbaal of sociale uitsluiting

Pesten kan fysiek zijn, zoals duwen of slaan, maar ook verbaal, bijvoorbeeld via schelden, beledigen of vernederen. Sociale uitsluiting komt vaak voor: een kind dat stelselmatig wordt genegeerd, buitengesloten of waarover geroddeld wordt. En dan is er natuurlijk het digitale pesten, dat zelfs doorgaat buiten schooltijd: via WhatsApp, Instagram, TikTok, groepsapps en anonieme accounts. „Pesten is vandaag de dag 24/7 geworden”, zegt Bolwerk. „Een kind dat gepest wordt, kan er zelfs thuis niet meer aan ontsnappen.”

‘Ik wilde ook dood – ik durfde alleen niet’

Patricia Bolwerk weet als geen ander hoe het voelt om gepest te worden. „Ik ben zelf in de brugklas extreem gepest. Ik wilde ook dood. Alleen, ik durfde het niet.” Ze benadrukt dat ze niet echt dood wilde, maar geen andere uitweg meer zag, door de pijn die het pesten veroorzaakte. „Het was niet dat ik per se wilde sterven – ik wilde geen pijn meer voelen. En dat gevoel vertaalde zich in: ik wil dood.”

Dat verschil is belangrijk, benadrukt ze. Want er zijn talloze kinderen die met dezelfde gedachten rondlopen, maar het (nog) niet uitspreken of uitvoeren. „We focussen vaak alleen op de tragische incidenten die de media halen. Maar daarachter zit een veel grotere, stille groep kinderen die wanhopig is. Die elke dag met pijn naar school gaat.” En juist voor die kinderen, zegt Bolwerk, moeten we eerder durven kijken, signalen herkennen en sneller ingrijpen.

De fabel dat pesten je sterker maakt

Over pesten doen nog genoeg misstanden en zelfs fabels de ronde. „Er heerst nog altijd het fabeltje dat pesten erbij hoort. Dat het je weerbaarder maakt. Dat het een manier is om je plek te vinden in de groep. Maar dat is klinkklare onzin”, zegt Bolwerk stellig. „Van pesten word je niet sterker. Het maakt je kleiner. Het tast je zelfbeeld aan. Het veroorzaakt schaamte, angst en eenzaamheid. En het kan levenslang doorwerken.”

Ze verwijst naar verhalen van volwassenen die op latere leeftijd nog steeds worstelen met trauma’s en angstgevoelens die zijn ontstaan door pesten op de basisschool of middelbare school. „Pesten laat littekens achter die je niet altijd ziet – maar die wel alles beïnvloeden.”

Waarom kinderen pesten

Wie pest, doet dat niet altijd bewust vanuit haat. Vaak zit er iets anders achter. Pesters hebben niet per se een slecht karakter. „Het zijn vaak kinderen die zélf pijn hebben, of onzeker zijn. Misschien zijn ze thuis niet veilig, of worden ze zelf gekleineerd door broers, zussen of ouders.”

Door een ander klein te maken, voelen ze zich even groot. Ze krijgen grip op hun omgeving – ten koste van iemand anders. „Dat is natuurlijk niet goed te praten”, zegt Bolwerk. „Maar het betekent wél dat pesters óók begeleiding nodig hebben. Pesten is aangeleerd gedrag – en wat je aanleert, kun je ook afleren.”

De meesten die pesten, zijn doorgaans geen psychopaten of kinderen met extreme persoonlijkheden. Het zijn kinderen met een verstoorde sociale ontwikkeling of een gebrek aan zelfvertrouwen. En juist daar ligt de sleutel: opvoeding, begeleiding en grenzen stellen.

Pesten als groepsproces: de rol van de omstander

Wat vaak vergeten wordt, is dat pesten een groepsproces is. „Het gebeurt nooit alleen tussen dader en slachtoffer. Er zijn altijd anderen bij betrokken: meelopers, lachers, zwijgers”, zegt Bolwerk. „En al die mensen – al zeggen ze niks – hebben invloed.”

De uitdrukking ‘wie zwijgt, stemt toe’ komt dan ook regelmatig terug in haar verhaal. „Kinderen denken vaak: ik ben er niet bij betrokken. Maar als je toekijkt zonder iets te doen, geef je toestemming. Voor het slachtoffer voelt dat als: iedereen vindt het prima dat dit gebeurt. En voor de pester voelt het als: ik krijg er macht door.”

De kracht van een groep is groot – maar dat geldt ook andersom. Als omstanders durven op te staan, of zelfs alleen maar laten merken dat ze het gedrag afkeuren, heeft dat directe impact. „Zeg: ‘Stop, dit is niet oké’. Of ga naast iemand zitten die genegeerd wordt. Het zijn kleine gebaren, maar met enorme waarde.”

Duidelijke grenzen, géén loze regels

Veel scholen hebben gedragsregels – maar die worden niet altijd gehandhaafd. „Zonder sancties zijn het holle woorden”, zegt Bolwerk. Ze pleit voor duidelijke, concrete grenzen. „Kinderen hebben behoefte aan structuur. Ze willen weten waar ze aan toe zijn. En ze willen weten dat bepaald gedrag consequenties heeft.”

Straffen hoeft niet hardvochtig te zijn. Bolwerk stelt voor om sancties te gebruiken als leermoment, zoals een reflectieve nablijf-opdracht in drie delen. De eerste keer schrijft het kind op wat hij of zij gedaan heeft. De tweede keer denkt het na over wat het met hem zou doen als iemand dit bij een geliefde zou doen. En de derde keer schrijft het op wat het anders gaat doen in de toekomst. „Zo koppel je bewustwording aan verantwoordelijkheid.”

Wat kunnen ouders doen om pesten te stoppen?

Ouders kunnen veel betekenen – als ze bereid zijn om eerlijk te kijken. „Zeg nooit automatisch: ‘Mijn kind doet dat niet.’ Want je weet het niet”, zegt Bolwerk. „Kinderen doen onder groepsdruk soms dingen die ze zelf niet goedkeuren. Als je dat ontkent, sluit je het gesprek bij voorbaat af.”

Let op signalen. Kinderen die gepest worden, trekken zich terug, vermijden contact of lijken plots anders te reageren. Kinderen die pesten of meelopen kunnen juist opstandig of agressief worden. Vraag niet alleen of je kind gepest wordt, maar ook hoe het met anderen in de klas gaat. „Zo krijg je meer zicht op de groepsdynamiek.”

Stichting Stop Pesten Nu adviseert om ook te praten als jouw kind pest, hoe moeilijk dat ook kan zijn. „Dat betekent niet dat je hebt gefaald als ouder. Het betekent dat je kind iets aan het leren is. En jij kunt daarbij helpen.” Gelukkig zijn er veel plekken waar kinderen en ouders terecht kunnen voor hulp, advies of gewoon een luisterend oor. Zo kunnen kinderen bellen met De Kindertelefoon of de Alles is Oké-lijn. Voor ouders en jongeren is er ook MIND Hulplijn.

Wat werkt op school?

In Nederland zijn inmiddels meer dan zestig anti-pestprogramma’s onderzocht en erkend, waaronder KiVa, PRIMA en diverse eigen interventies. Effectieve programma’s richten zich niet alleen op de pesters of slachtoffers, maar op de hele klas. „Want pesten los je niet op door één kind op sociale vaardigheidstraining te sturen”, zegt Bolwerk. „Het is een groepsproces en moet als zodanig worden aangepakt.”

Ze waarschuwt voor te complexe protocollen. „Hoe ingewikkelder je het maakt, hoe groter de kans op misverstanden en verkeerde uitvoering. Houd het praktisch. Maak duidelijke afspraken. Wees consequent.”

Pesten raakt ons allemaal

De dood van Nina raakt mensen diep – maar mag niet het enige moment zijn waarop we stil blijven staan bij pesten. „Er zijn zoveel kinderen die lijden, zonder dat we het zien”, zegt Bolwerk. „Ze willen niet dood – ze willen dat het stopt.”

En dat kan. „Niet met een toverstaf, er bestaat meestal geen snelle oplossing. Maar wel als we samen durven kijken, luisteren, en handelen. Als we de stilte doorbreken. Want pesten stopt niet vanzelf. Het stopt pas als wij iets doen.”

Herken je jezelf in deze eigenschappen of dit artikel en wil je hier met een professionele hulpverlener over praten? Praat dan gratis en anoniem met de MIND Hulplijn

Denk jij aan zelfdoding? Je bent niet alleen. Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl of bel 113 (lokaal tarief) of 0800-0113 (gratis).

 

Bron Metro Nieuws