Wat schoolleiders en bestuurdersmoeten weten over het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag - en wat te doen bij mogelijke incidenten | Stop Pesten NU

084-8340086

Wat schoolleiders en bestuurdersmoeten weten over het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag - en wat te doen bij mogelijke incidenten

Seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik komen ook op school voor. Tussen medewerkers en leerlingen, maar ook tussen medewerkers onderling en tussen leerlingen onderling. In deze folder staat wat je moet weten om een veilige en open cultuur binnen de school te bevorderen. 

Wat doe jij om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen? En wat kun je en moet je doen als het toch plaatsvindt?

Om snel en zorgvuldig te kunnen handelen bij een vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag is het nodig dat de school een stappenplan heeft klaarliggen. Dit geeft houvast en handvatten op het moment dat het erop aankomt. 

Een stappenplan is een neerslag van een aantal activiteiten dat samen met collega’s en leerlingen wordt uitgevoerd. De belangrijkste vind je in de checklist in deze folder. Bij al die punten is het belangrijk om ze met elkaar uit te voeren, want zo wordt iedereen er eigenaar van. Bespreek bijvoorbeeld ook met leerlingen hoe afspraken worden gecommuniceerd in de school. 

Een stappenplan bevat ook een communicatielijn naar leerlingen, ouders en derden die nodig zijn wanneer er onrust ontstaat. Het bevat tevens stappen die worden ondernomen naar de media omwille van de veiligheid van alle betrokkenen. Het beschrijft daarnaast de gedragsafspraken die, bij voorkeur aan het begin van het jaar, met leerlingen en personeelsleden zijn gemaakt, ook met het oog op seksueel integer en fysiek gedrag. Het stappenplan houdt rekening met grensoverschrijdend gedrag van leerlingen onderling. 

Wat moet je doen bij een melding? 

1. Wees discreet

Het is essentieel dat een melding bij zo min mogelijk mensen bekend wordt. Bespreek dit met de betrokkenen en dus ook met de ouders van de leerling(en). Zo beschermt de meld- en overlegplicht de betrokken medewerker en de leerling mocht er sprake zijn van een vals vermoeden. Mochten er geruchten ontstaan in de klas of op school, zorg dan voor sturing. Maak leerlingen duidelijk welke gevolgen opmerkingen over de klager of beklaagde kunnen hebben.

2. Overleg met een deskundige

Overleg daarna meteen met de Vertrouwensinspectie (0900-1113111). Ga niet zelf op onderzoek uit, maar overleg met de deskundige of er sprake is van een redelijk vermoeden en welke stappen er moeten worden gezet. Bij een redelijk vermoeden moet aangifte worden gedaan. De zedenpolitie doet vervolgens onderzoek naar wat er precies is gebeurd. Pas wanneer het vermoeden waar blijkt te zijn, worden eventueel ook anderen dan de betrokkenen op de hoogte gesteld. Houd het dus zo klein als mogelijk en zo groot als nodig.

3. Schakel de Politie als eerste in

Het is het beste om bij een redelijk vermoeden, na overleg met de Vertrouwensinspectie, altijd eerst de politie in te schakelen. Wanneer een onafhankelijk bureau als eerste onderzoek doet, kan de politie daarna aangeven dat ze geen onderzoek meer wil doen. De politie doet altijd beperkt onderzoek; breder onafhankelijk onderzoek (zoals naar de schoolcultuur) kan altijd nog volgen.

4. Let op de taal die je gebruikt

Het is belangrijk dat je vanaf het moment van de melding ook in taal verstandig handelt. Spreek wanneer iemand nog niet schuldig is bevonden en er nog geen aangifte is gedaan, over ‘beklaagde’.  Op het moment dat aangifte is gedaan, gaat het over ‘aangeklaagde’. Op moment dat de persoon schuldig is bevonden, gaat het over ‘schuldige’. Degene die een klacht doet over grensoverschrijdend gedrag, is de klager. Op het moment dat het vermoeden waar blijkt te zijn, wordt dat ‘slachtoffer’.

Handelen bij valse beschuldiging

In het overleg met de Vertrouwensinspectie krijgt het bestuur en de school leiding een handelingsadvies. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er nog meer duidelijkheid moet worden verkregen. De adviezen verschillen per situatie, want soms zijn de feiten helder en soms niet. Na uitvoering van de adviezen kan blijken dat wat is gemeld aantoon-baar niet is gebeurd. Dan is er sprake van een valse beschuldiging.  De school heeft dan de taak om de onterecht beklaagde te rehabiliteren en om op te treden naar de persoon die de valse melding heeft gedaan. Ook herstel van de open cultuur is in zo’n geval erg belangrijk.

Download de colofon voor de tips, stappenplannen en checklists Omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs  Deze publicatie is een gezamenlijk product van PO-Raad,  VO-raad, Stichting School & Veiligheid, Vertrouwensinspectie, Sectorraad Praktijkonderwijs, Sectorraad GO en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap