Zo pak je gedragsproblemen consequent aan | Stop Pesten NU

084-8340086

Zo pak je gedragsproblemen consequent aan

Gedragsproblemen aanpakken is niet altijd gemakkelijk. Hilde Colpin, hoogleraar schoolpsychologie aan de KU Leuven en Geertje Leflot, onderzoekster aan Thomas More Antwerpen, zijn voor een consequente en positieve aanpak. Een methodiek die werkt, zo blijkt uit hun onderzoek.

Hilde Colpin: “Of gedrag storend is, hangt ook af van wie ernaar kijkt. Gedrag dat voor de ene leraar een probleem is, is dat niet per se voor een ander.”

Wat verstaan we precies onder gedragsproblemen?

Hilde Colpin: “Gedragsproblemen nemen verschillende vormen aan. Gedrag kan storend zijn voor de omgeving, bijvoorbeeld ongehoorzaam, agressief of impulsief gedrag. Het kan ook zijn dat vooral de leerling zelf last heeft van zijn gedrag. Angstige en depressieve gedragingen vormen ook een probleem, alleen vallen die minder op.”

“Of gedrag storend is, hangt ook af van wie ernaar kijkt. Gedrag dat voor de ene leraar een probleem is, is dat niet per se voor een ander.”

Moet de leraar leerlingen leren hoe zich te gedragen?

Hilde Colpin: “Opvoeding is vandaag minder autoritair. Dat zorgt voor meer nabijheid tussen opvoeders en kinderen, maar ook voor vagere grenzen. Een kind dat heeft aangeleerd dat schreeuwen of zeuren loont, zal dat vaker doen. Daarom is het belangrijk daaraan te werken. Gedrag is slechts voor een deel bepaald door kindfactoren of de opvoeding thuis. Je kan als leraar wel degelijk een verschil maken.”

Gedrag is slechts voor een deel bepaald door kindfactoren en de opvoeding thuis

Hilde Colpin
hoogleraar schoolpsychologie KU Leuven

“Bovendien zijn een goede orde en sfeer in de klas belangrijk om tot leren te komen. De leerling die zich misdraagt, kan later ernstige problemen krijgen. Andere leerlingen voelen zich niet veilig, zeker kinderen met internaliserende problemen: die worden in een negatieve klassfeer versterkt. En leraren zelf noemen storend gedrag een van de moeilijkste aspecten van hun job. Het is dus in ieders belang dat gedragsproblemen worden aangepakt.”

Gedrag veranderen: gemakkelijker gezegd dan gedaan?

Hilde Colpin: “Gedragsproblemen aanpakken is niet voor iedereen even gemakkelijk. Belangrijk is de zelfeffectiviteit van de leraar: vertrouwt die erop dat hij het moeilijke gedrag aankan, dan zet hij concrete stappen om het aan te pakken. Gaat hij er bij voorbaat vanuit dat het niet lukt, dan is de kans groter dat hij niets onderneemt.”

Welke tips hebben jullie om gedragsproblemen aan te pakken?

Kies een paar concrete afspraken

  • Formuleer regels positief. In plaats van ‘We praten niet’, zeg je beter: ‘We werken in stilte’ of ‘We steken onze vinger op.’ Stel niet te veel regels op, zeker voor jongere leerlingen. Kies er een paar uit waarmee je het meest storende gedrag opvangt en herhaal ze regelmatig, mondeling of met pictogrammen. Zo maximaliseer je de kans dat leerlingen het gewenste gedrag stellen.
  • Geef regelmatig positieve feedback
  • Volg de afspraken consequent op, bijvoorbeeld: ‘Ik vind merk dat jullie in stilte werken, zoals we hebben afgesproken.’ Positieve feedback is een krachtig leerinstrument. Een compliment volstaat, je hoeft daar geen stickers of materiële beloning aan te koppelen. Af en toe iets leuks doen met de klas of een keer geen huiswerk, kan wel. Zulke sociale beloningen motiveren de leerlingen en versterken de klassfeer.
  • Corrigeer storend gedrag discreet
  • Niet elk storend gedrag hoeft aandacht te krijgen. Aandacht kan belonend werken en het storende gedrag versterken. Maar als een leerling zich grondig misdraagt, moet je feedback geven. Doe dit op een discrete manier, bijvoorbeeld via een teken dat jullie vooraf samen hebben afgesproken zoals even op de schouder tikken. Roep je een leerling klassikaal tot orde, dan kan je zijn positie in de klas beïnvloeden. Jonge kinderen kunnen minder geliefd worden, oudere kinderen kunnen net meer aanzien krijgen.
  • Bouw een vertrouwensband op
  • Blijft een leerling zich afzetten, dan is er meer aan de hand. Denk na waarom de leerling dit gedrag stelt. Mogelijk voelt hij zich om de een of andere reden onveilig. Dan is het belangrijk om te werken aan jullie relatie. Maak duidelijk dat je de leerling de moeite waard vindt, door samen te praten of – bij jongere kinderen – te spelen. Vertrouwen is de basis voor goed gedrag.

TOPspel pakt gedragsproblemen systematisch aan

Ben jij geen geboren klasmanager, dan kan TOPspel helpen. Leflot en Colpin ontwikkelden deze methodiek voor het lager onderwijs in samenwerking met team preventie van De Sleutel. Ze baseerden zich op de Amerikaanse Good Behavior Game en zijn Europese varianten.

Uit hun onderzoek blijkt dat leraren die TOPspel spelen, hun klas beter onder controle hebben. De leerlingen ervaren meer orde en rust, en kinderen met gedragsproblemen voelen dat ze erbij horen.

Wat houdt TOPspel in?

Geertje Leflot: “Met TOPspel werk je systematisch aan gedrag, werkhouding en communicatie. Dat gebeurt tijdens gewone lessen. Je leerlingen houden zich tijdens een afgesproken tijdsduur aan een concrete afspraak, bijvoorbeeld: ‘We werken in stilte’. Ze doen dit in teams (tafeleilanden), die sterren krijgen. Bij positief gedrag krijgt een leerling of team waarderende feedback, bijvoorbeeld een compliment, schouderklopje of knipoog; overtreden ze een afspraak, dan verliezen ze een ster.”

“Teams die minstens 1 ster overhouden, krijgen een sociale beloning die ze vooraf samen met de leraar hebben bepaald. Achterstevoren op hun stoel zitten, dansen in de klas … Na een tijdje kun je werken met uitgestelde beloningen. De klas spaart dan samen voor TOPspelminuten, die ze kunnen inruilen voor een grotere beloning zoals film kijken.”

Werkt TOPspel voor elke klas?

Geertje Leflot: “Dit spel is geen tovermiddel, je moet het langzaam opbouwen. Een terugval direct na het spelen is normaal. Zowel jijzelf als je leerlingen moeten zich het nieuwe gedrag eigen maken. Bespreek het samen: waarom lukt het ons tijdens het spel wel en daarna niet? Zo train je ook sociale en communicatieve vaardigheden.”

Hilde Colpin: “TOPspel is ideaal voor leerlingen die van goede wil zijn, maar moeite hebben om hun impulsen te beheersen. We noemen dat leerlingen met uitvoeringstekorten. Bij opstandige leerlingen bestaat de kans dat zij minder gemotiveerd zijn of zelfs het spel boycotten. Dan moet je extra inzetten op de vertrouwensband.”

“Door de samenwerking in teams staan leerlingen met gepast gedrag model voor leerlingen met gedragsproblemen. TOPspel vormt dan ook een interessante methode voor inclusieve klassen met één of meer leerlingen met gedragsproblemen, die door het M-decreet steeds vaker zullen voorkomen. Toepassing in het buitengewoon onderwijs type 3 is minder evident, omdat er daar minder positieve rolmodellen zijn.”

 

Bron