Omdat pesters vaak proberen sociale status te krijgen door hun pestgedrag, is de groep waarin pesten voorkomt heel belangrijk.
Als kinderen in een groep het pesten toestaan, normaal vinden of zelfs goedkeuren, is dit een belangrijke risicofactor voor pesten. Of pesten negatief wordt beoordeeld door anderen hangt af van de groepsnorm. Als pesten weinig voorkomt, worden pesters minder aardig gevonden door anderen in de groep. Maar als pesten veel voorkomt in de groep, worden pesters niet negatiever beoordeeld door anderen.
Steun van andere kinderen
Als de andere kinderen het pesten openlijk afkeuren en de gepeste steunen, ondervinden pesters minder voordeel aan hun pestgedrag. Ze krijgen dan immers minder macht, omdat de omstanders van het pesten partij kiezen voor de gepeste en het pesten afkeuren. Dit werkt vooral als kinderen die de pesters belangrijk vinden, zoals hun vrienden, het pesten afkeuren.
Voor kinderen die gepest worden is het ook heel belangrijk of andere kinderen hen helpen. Als iedereen toekijkt maar niets doet, staat een kind dat wordt gepest heel alleen. Als andere kinderen de gepeste verdedigen, helpen, of steunen, ondervinden kinderen minder negatieve gevolgen van het pesten.
Antipest-programma's
Veel schoolbrede antipest-programma’s proberen een positieve groepsnorm te creëren en kinderen te stimuleren elkaar te helpen en te verdedigen. Hierbij is het belangrijk dat kinderen inzicht krijgen in pestsituaties, hun eigen rol in de interacties en de negatieve gevolgen. Ook moeten ze zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en weten hoe zij elkaar kunnen steunen en helpen.
- Lees meer over het onderzoek van de Universiteit van Utrecht over gedrag, populariteit en vriendschappen van jongeren in hun klas.