Voor ouders | Gesprek met school | Kenniscentrum Pesten

084-8340086

Tips voor het gesprek met school over pesten

Hulp binnen de school

Ga in eerste instantie in gesprek met de leerkracht van uw kind: herkent de leerkracht het pestprobleem? Hoe kijkt hij/zij er tegenaan? Ziet de leerkracht dat uw kind niet gelukkig is op school en zich niet veilig voelt? Vertaalt dit zich naar de schoolresultaten? Wat kan de leerkracht doen om de sociale situatie van uw kind en de gehele klas te verbeteren? Is het mogelijk om met een anti-pest-programma de sociale veiligheid van kinderen te vergroten? 
Mocht u bij de leerkracht geen gehoor vinden dan kunt u achtereenvolgens binnen school terecht bij:

  • Het aanspreekpunt voor pesten
  • De mentor van uw kind
  • Vertrouwenspersoon
  • De zorgcoördinator

Hulp buiten de school

  • Sommige scholen hebben een externe vertrouwenspersoon. Deze persoon is niet werkzaam voor de school, maar kent de school wel goed. U kunt hier in vertrouwen uw verhaal doen en samen kijken hoe u de school kunt bewegen om actie te ondernemen. In de schoolgids vindt u informatie over de externe vertrouwenspersoon.
  • Praat met de jeugd- of schoolarts van de school. Zeker wanneer uw kind lichamelijke klachten heeft van het fysieke pesten of de stress is het belangrijk om ook de arts te betrekken.
  • Als de situatie uit de hand dreigt te lopen kunt u contact opnemen met de vertrouwensinspecteur van de Onderwijsinspectie.
  • Komt uw kind thuis te zitten vanwege het pesten? Of heeft u heel veel moeite om uw kind nog naar school te krijgen? Dan kunt u ook contact opnemen met de leerplichtambtenaar. Deze werkt voor de gemeente waar u woont en kan helpen om de schade van het pesten te beperken door met scholen en instanties in gesprek te gaan. Zie ook dit overzicht voor de stappen die ouders kunnen zetten als het niet goed gaat met hun kind op school.
  • U kunt contact opnemen met de Kinderombudsman.
  • U kunt bij de huisarts terecht voor hulp. Deze kan extra zorg inschakelen voor uw kind als dat nodig is.

Tips voor het gesprek met school

Als het niet goed loopt

Als de school niets of te weinig doet, dan kunt u verschillende dingen doen:

  • Bent u het niet eens met de manier waarop de school het beleid rondom pesten heeft ingericht? Dan kunt u daarover contact opnemen met de diegene die het pestbeleid op school coördineert.
  • Ook kunt u contact opnemen met de ouders in de medezeggenschapsraad (MR), zij hebben instemmingsrecht op het veiligheidsbeleid van de school en zijn daar dus nauw bij betrokken.
  • Komt u er met de school niet uit dan kunt u een klacht indienen volgens de klachtenprocedure van de school, deze hoort in de schoolgids te staan. Meestal komt u dan eerst terecht bij het bestuur van de school. U kunt ook een klacht indienen bij een onafhankelijke -landelijke- klachtencommissie.
  • De vertrouwenspersoon werkt in opdracht van het schoolbestuur en is getraind in het onafhankelijk omgaan met mogelijke problemen. Aan een school zijn meestal één of meerdere vertrouwenspersonen verbonden. Deze kan intern (binnen de school) of extern (onafhankelijk) werken.
  • Ouders kunnen ook een melding doen bij de Onderwijsinspectie. De Onderwijsinspectie bekijkt of de school de zorgplicht voor de sociale veiligheid van leerlingen goed uitvoert. De Onderwijsinspectie bekijkt op welke manier de school de veiligheid in de gaten houdt en welke maatregelen de school neemt om de veiligheid te verbeteren. Ook gaat de Onderwijsinspectie  het gesprek met de school aan over de uitkomsten van onderzoeken over de veiligheid op school. Als de situatie herhaaldelijk niet verbetert, doet de inspectie nader onderzoek en kunnen sancties volgen.
  • Bij fysiek geweld kan een aangifte worden gedaan bij de politie.

Veel scholen berichten ouders drie of vier keer per jaar over de resultaten van de leerlingen. Vaak kunnen ouders dan met de leerkracht of mentor van hun kind in gesprek gaan. Zo’n gesprek tussen ouders en school kent verschillende namen: oudergesprek, 10-minutengesprek, tafeltjesavond, oudercontact, of voortgangsgesprek. 

Hoe kunnen ouders dit moment effectief en zinvol gebruiken? De volgende vijf stappen kunnen ouders helpen om het gesprek met school goed voor te bereiden. Ouders kunnen onderstaande stappen ook voor andere gesprekken op school gebruiken.

  1. Ga naar het (ouder)gesprek

Het is belangrijk dat ouders en school regelmatig contact met elkaar hebben. Het uitreiken van het rapport kan daar een goede aanleiding voor zijn. Maak gebruik van de uitnodiging en probeer altijd te gaan, ook als uw kind een goed rapport heeft. U laat dan merken dat u het belangrijk vindt om over uw kind in gesprek te gaan. Zo werkt u aan het opbouwen van een positieve relatie met de leerkracht en de school van uw kind.

U mag als ouder altijd iemand meenemen. Dat kan een expert zijn zoals een logopedist of fysiotherapeut, maar ook de buurvrouw of opa of oma. Het kan helpen als er een paar extra oren meeluistert of er iemand bij is die wat meer emotionele afstand kan nemen van het gesprek.

  1. Bespreek vooraf met uw kind hoe het gaat op school

Voordat u naar het gesprek op school gaat, is het belangrijk om eerst thuis met uw kind een gesprek te hebben. Vraag uw kind hoe het gaat op school. Wat vindt hij/zij leuk en wat niet? Als uw kind net een rapport heeft gekregen kunt u om een eigen reactie vragen. Zo heeft u ook vanuit uw kind al veel informatie om een gesprek op school te voeren.

Op steeds meer scholen gaan leerlingen zelf mee naar het gesprek op school. Vraag hierover naar de afspraken van de school of onderzoek of de school hiervan beleid kan maken.

  1. Bedenk wat u wilt vragen

Een gesprek op school is vaak snel voorbij. Het is daarom goed thuis alvast te bedenken waarover u het zou willen hebben. Het kan zijn dat u naar aanleiding van het rapport van uw kind al een aantal vragen of bespreekpunten heeft kunnen bedenken. Maak er een lijstje van, zet die op papier en neem die mee naar het gesprek.

Voorbeeldvragen:

  • wat zijn de sterke punten van mijn kind?
  • wat kan beter?
  • welke rol is daarin voor de school?
  • welke rol is daarin voor de ouder?

Een gesprek op school hoeft zeker niet alleen over het rapport te gaan. Het is juist ook een moment om te horen of uw kind het naar zijn zin heeft op school.

Voorbeeldvragen:

  • hoe is mijn kind in de klas?
  • wat doet hij/zij graag op school?
  • hoe ligt mijn kind in de groep?
  1. Bedenk wat u wilt vertellen

Besef dat u als ouder juist vanuit de thuissituatie belangrijke en nuttige informatie heeft voor de leerkracht over uw kind. Het kan goed zijn om dat met de leerkracht te delen. Bedenk daarom van te voren wat u over uw kind wilt vertellen. Een kind kan zich thuis heel anders gedragen dan op school. Dan is het goed dat de leerkracht daarvan op de hoogte is.

Vertelsuggesties:

  • hoe uw kind thuis is;
  • wat uw kind thuis over school vertelt;
  • hoe uw kind met huiswerk om gaat;
  • welke dingen uw kind thuis graag doet.
  1. Vraag om uitleg, voorbeelden en afspraken

Met de leerkracht bespreekt u wat uw kind nodig heeft om het op school goed te doen en hoe u daar samen met school aan kunt bijdragen. Bij alle dingen die de leerkracht over uw kind vertelt, is het belangrijk dat u als ouder snapt waar het over gaat. Vraag gerust om extra uitleg en vooral ook concrete voorbeelden.

Als het gaat om een verbeterplan is haalbaarheid belangrijk.  Er kan eventueel samen met de leerkracht een klein doel opgesteld worden. Probeer daarbij zo specifiek mogelijk te zijn. Dus niet ‘we gaan de studiehouding van Casper verbeteren’. Dat is te groot. Neem eerst één onderdeel van die studiehouding zoals ‘Casper heeft het huiswerk voor rekenen elke dinsdagavond af’.

Misschien zijn er tijdens het gesprek verder nog afspraken gemaakt. Dan is het goed dat die op papier worden gezet. Spreek dan ook meteen af wanneer en hoe u als ouder hierover met de leerkracht opnieuw spreekt. Dat kan met een vervolgafspraak, maar eventueel ook met een berichtje via de e-mail. Als het maar duidelijk is hoe de afspraken een vervolg krijgen.

Ook als u vindt dat er nog meer dingen besproken hadden moeten worden, kunt u om een vervolgafspraak vragen.

Bron