Als leerkracht wilt u dat er een positieve sfeer heerst in de klas, dat leerlingen prettig met elkaar omgaan en dat pesten geen kans krijgt. Toch komt pesten voor op elke school en in iedere groep. Dit infoblad geeft u een handreiking bij het herkennen, aanpakken en voorkomen van pesten in uw klas.

Pesten herkennen

Bij pesten is er sprake van een negatieve bedoeling. De negatieve handelingen zijn structureel tegen dezelfde persoon gericht. En er is sprake van machtsongelijkheid. Om pesten aan te pakken is het van belang pesten te herkennen. Volgens bioloog en pestonderzoeker Patrick van Veen (Apemanegement) is het herkennen van pesten lastig omdat de leerkracht zelf deel uitmaakt van de groep waarbinnen het pesten zich afspeelt.

Leerkrachten blijken maar twintig procent van het pestgedrag waar te nemen (Van Veen)

Daarnaast kunt u gewoonweg niet alles waarnemen. Buiten uw zicht om pesten leerlingen elkaar bij de kluisjes, op het schoolplein, in de gangen, in de kantine en niet te vergeten op sociale media. Wees alert op signalen van pesten zoals:

  • De leerling is vaak afwezig of ziek.
  • De leerling wordt door medeleerlingen aangesproken me een bijnaam.
  • De leerling haalt plotseling slechtere resultaten.
  • De leerling wordt regelmatig als laatste gekozen bij het indelen van groepjes of het samenwerken.
  • De leerling is vaak alleen tijdens pauzes.
  • De leerling komt ruim voordat de les begint naar de klas of blijft na de les hangen.

Als hulpmiddel voor het signaleren van pesten in de klas heeft Apemanagement een Signaalkaart Pesten  gemaakt. Hij is gratis te downloaden. Er staan zes pictogrammen die u helpen alert te zijn op pestgedrag.

Reageren op pesten in de klas

De leerkracht ziet (pest)gedrag meestal niet. U ziet vooral de reactie. Een leerling is boos, reageert agressief is verdrietig of stil. Oordeel niet te snel over negatief gedrag van een leerling maar probeer de reden te achterhalen. Reageer op elk signaal dat u krijgt.

  • Praat erover.
    Vertel wat u ziet en hoort en vraag leerlingen wat er speelt. Praat daarna met de direct betrokken leerlingen afzonderlijk. Zie ook Tips voor het gesprek met leerlingen. Voer ook regelmatig het gesprek met de klas over pesten in het algemeen.
  • Grijp in als het pestgedrag aanhoudt.
    Neem maatregelen en maak afspraken met de betrokkenen.
  • Hou de vinger aan de pols.
    Check of gemaakte afspraken worden nagekomen en de situatie is opgelost.

Wij bellen altijd direct de ouders als er iets voorvalt (leerkracht groep 7)

  • Informeer ouders
    Laat ouders – van basisschoolleerlingen- direct weten dat er iets is voorgevallen en hoe is gereageerd op de situatie. Nodig – afhankelijk van (de ernst van) het voorval of als er behoefte aan is – de ouders van de pester(s) en gepeste uit voor een gesprek. Zie Tips voor het gesprek met ouders. Soms is het nodig (bij aanhoudende onrust en pesten in de klas) om alle ouders te informeren over wat er speelt in de klas (en op sociale media). Vertel ze welke afspraken zijn gemaakt en welke maatregelen u heeft genomen. U laat zien dat pesten serieus wordt aangepakt. Ouders kunnen het voorval dan ook thuis bespreken.
  • Neem strafmaatregelen.
    Afhankelijk van de ernst van het voorval neemt u (straf)maatregelen. Zie Sanctieladder leerlingen.
  • Raadpleeg de coördinator pestbeleid op uw school.
    Deze persoon heeft de taak advies te geven over de aanpak van pesten en fungeert als klankbord voor collega’s met vragen over pesten.

Tips voor het gesprek met ouders

  • Neem vragen, zorgen en klachten van ouders over pesten altijd serieus.
  • Maak een afspraak voor een gesprek en reserveer hiervoor voldoende tijd.
  • Luister naar wat de ouders u te vertellen hebben en toon begrip voor hun zorgen.
  • Vertel wat u als leerkracht ziet, hoort en weet en wat u heeft gedaan aan de situatie.
  • Spreek verwachtingen naar elkaar uit.
  • Maak duidelijke afspraken en kom ze na.
  • Verwijs ouders zo nodig naar het aanspreekpunt pesten/de vertrouwenspersoon.
  • Wijs ouders op het veiligheidsbeleid rond pesten van school

Tips voor het gesprek met leerlingen

  • Laat de leerling zijn verhaal vertellen.
  • Luister en vat samen.
  • Stel voornamelijk open vragen. Wat wil je dat ik nu doe?
  • Laat ze zelf nadenken over oplossingen. Biedt daarbij sturing en hulp aan.
  • Vertel duidelijk wat je wel en niet kunt doen om de situatie te veranderen.
  • Maak concrete afspraken.
  • Plan een vervolgafspraak op korte termijn.
  • Vraag hoe het gaat en of afspraken zijn nagekomen.
  • Vertel de leerling dat er op school een aanspreekpunt pesten/vertrouwenspersoon is.
  • Bespreek met de leerling of en hoe de ouders kunnen worden geïnformeerd.

Pesten voorkomen

Als leerkracht speelt u een belangrijke en onmisbare rol in tegengaan van pesten. Door in te grijpen bij pestgedrag en duidelijk aan te geven welk gedrag wel en niet wordt geaccepteerd in de groep.

De oplossing ligt vooral in handen van de leerkracht. Die moet positief leiderschap tonen (Mieke van Stigt)

Daarnaast is het investeren in een goede sfeer in de klas van belang. De eerste weken van het schooljaar – de gouden weken- bieden hier een uitgelezen kans voor. Maar aandacht besteden aan een positieve groep is het hele schooljaar van belang. Door actief te werken aan groepsvorming heeft u invloed op de groep en zorgt u ervoor dat leerlingen eerder bij u komen als er iets speelt. Informeer ook ouders over de manier waarop u werk maakt van een veilige en fijne groep. Zie ook het Infoblad Groepsdynamica in de klas.

Ik ben erg tevreden hoe de kinderen met elkaar omgaan. Ik heb hier in de eerste schoolweken veel aandacht aan besteed en zie dat het zijn vruchten afwerpt. We worden steeds meer een groep (Meester groep 6 via Klasbord)

Online pesten

Veel pestgedrag tussen leerlingen speelt zich online af op sociale media en internet. Bij online pesten oftewel cyberpesten gaat het om onder meer buitensluiten op social media, bedreigen, afpersen, nep-accounts maken, het verspreiden van ongewenst beeldmateriaal en shame-sexting.

Zo’n 7 tot 10 % van de kinderen heeft last van cyberpesten.

Bij online pesten zijn de effecten merkbaar tot in het klaslokaal ook al speelt het pesten zich buiten school af. Onderstaande tips kunnen helpen om online pesten aan te pakken en te voorkomen:

  • Investeer in mediawijsheid.
    Leer leerlingen bewust om te gaan met sociale media en internet. Besteed aandacht aan privacy en het zorgvuldig omgaan met persoonlijke gegevens en beeldmateriaal. Wijs ze op de risico’s en gevaren. Informeer leerlingen over strafbaar gedrag zoals het ongevraagd doorsturen van naaktfoto’s van leerlingen, iemand bedreigen  en afpersen.
  • Bespreek school- /klassenregels en afspraken
    Ga met leerlingen in gesprek over hoe je leuk met elkaar omgaat online. Weet welke afspraken en regels gelden op school- ook over online gedrag- en bespreek dit regelmatig in de klas. Wat mag wel en wat mag niet? Ga op een leuke manier aan de slag met het maken van afspraken over hoe de klas met elkaar wil omgaan op sociale media. Maak bijvoorbeeld gebruik van de gratis les Whatshappy van Kennisnet.
  • Bied hulp aan
    Vertel leerlingen bij wie ze op school terecht kunnen als ze te maken krijgen met ongewenst online gedrag (leerkracht, mentor, vertrouwenspersoon, aanspreekpunt pesten). Vertel ze over het bestaan van organisaties zie tabblad 'Praten, bellen met ... of de buttons op de Home page'. Daar kunnen ze terecht met hun verhaal en hulp krijgen. Adviseer leerlingen om altijd bewijsmateriaal (screenshots, chats, mails) te bewaren.

Pesten aanpakken doe je niet alleen

U staat er niet alleen voor als leerkracht. Zonder veiligheidsbeleid vanuit de school en steun vanuit het team is het lastig pesten aan te pakken. Iedere school in Nederland (po en vo) is verplicht om te zorgen voor een veilige school en actief pesten tegen te gaan. De Wet Veiligheid op school verplicht scholen:

  • Een actief veiligheidsbeleid te voeren gericht op het tegengaan van pesten.
  • Een aanspreekpunt pesten te hebben waar leerlingen en hun ouders terecht kunnen als ze te maken krijgen met pesten.
  • Iemand te hebben die het pestbeleid coördineert.
  • De veiligheidsbeleving van leerlingen te monitoren.