Kenniscentrum Pesten en Online Pesten voor Mentoren

084-8340086

Mentoren | Voor Scholen

Pesten is een groepsproces Stop Pesten Nu cartoon copyright

  • Je hebt een groep nodig om te pesten
  • Pesten is een probleem van de groep
  • Je hebt de groep nodig om het op te lossen
  • Het zijn de normen in de groep en gerelateerde groepsprocessen die bepalen of leerlingen met risicofactoren worden in- of buitengesloten, of de kans krijgen om te pesten.

Groepsprocessen

Vanuit de doel-framingbenadering blijkt al dat pesten zich vaak afspeelt binnen een groep. De pester probeert andere kinderen achter zich te scharen, waardoor er meer kinderen betrokken worden bij de pestsituatie. Pesten wordt dan ook gezien als een groepsproces (Atlas & Pepper, 1998; Salmivalli, Lagerspetz e.a., 1996). Pesten komt onder andere voor op school, maar ook bijvoorbeeld thuis, op de sportvereniging of op straat. Op school vindt veel interactie plaats met medeleerlingen, waardoor zich gemakkelijker situaties kunnen voordoen waarbij pesten een gevolg kan zijn (Hanish, Kochenderfer-Ladd e.a., 2004; Salmivalli, Lagerspetz e.a., 1996.

De frequentie van pesten is hoger op de speelplaats, waar 4.5 keer per uur wordt gepest, dan in het klaslokaal, waar 2.4 keer per uur wordt gepest (Craig, Pepler e.a., 2000).

De klas vormt samen een groep, maar doordat kinderen aansluiting zoeken bij elkaar ontstaan er ook subgroepen.

Pesten kan worden gezien als een sociaal fenomeen; de hele klas is betrokken bij het groepsproces, inclusief de leerkracht.

Bij een groepsproces gaat het erom wat er zich afspeelt tussen mensen wanneer zij samen iets ondernemen. Wat voor gedrag vertonen zij en hoe reageren zij op elkaar? Door een groep is een individu aan de maatschappij en cultuur gebonden. Emoties en gevoelens spelen een belangrijke rol binnen een groep. Het zal van de groep afhangen of bepaalde emoties en gevoelens wel of niet toegelaten worden en of deze gevoelens in de persoonlijkheidsstructuur van een individu geïntegreerd worden. Ook waarden en normen worden vaak aangeleerd door een groep en niet door het individu zelf. (Remmerswaal, 2001).

Binnen een groepsproces vervullen kinderen ieder een eigen rol. Er zijn zes rollen te onderscheiden: pesters, slachtoffers, verdedigers, assistenten, meelopers en buitenstaanders (Beau Oldenburg)

Deze rollen worden ook wel “participanten rollen” genoemd (Salmivalli, Lagerspetz e.a., 1996).

  1. De pesters zijn kinderen die andere kinderen pesten.
  2. De slachtoffers worden gepest door de pesters.
  3. Kinderen die de pester helpen met het pesten van een ander kind worden de assistenten genoemd. Ze helpen mee om het slachtoffer te slaan of te duwen.
  4. De meelopers die niet actief meehelpen om het slachtoffer te pesten, maar van een afstand het slachtoffer uitlachen en de pester aanmoedigen om te pesten.
  5. De verdedigers helpen het slachtoffer. Zij vragen bijvoorbeeld de pester om te stoppen of gaan de pester terugslaan.
  6. Tot slot zijn er de buitenstaanders. De buitenstaanders bemoeien zich niet met het pesten. Zij kijken soms wel toe, maar zullen niet interveniëren in het pestproces. Buitenstaanders weten vaak ook niet altijd dat er iemand in de klas wordt gepest.

Uit onderzoek van Veenstra, Lindenberg e.a. (2005) blijkt :

Kinderen die agressief zijn meer kans hebben om een pester of een pestende slachtoffer te worden

Slachtoffers zijn vaak geïsoleerd van de rest van de groep in tegenstelling tot de pesters.

  • Ook betreft het vaak kinderen die teruggetrokken zijn en (bijna) niet genoemd worden bij zogenoemde ‘vriendschapsnominaties’ waarbij kinderen worden gevraagd aan te geven wie hun vrienden zijn in de klas (Doll, Song e.a., 2004).
  • Dit betekent dat slachtoffers weinig tot geen vrienden hebben en een geïsoleerd leven leiden.
  • De rest van de groep heeft vaak een afkeer van ze.
  • Ze scoren laag op sociale acceptatie (Salmivalli, Lagerspetz e.a., 1996).
  • Kinderen die zeer streng worden opgevoed, geconfronteerd worden met geweld dan wel een stressvolle thuissituatie kennen, lopen meer kans om het slachtoffer te worden van pesten, vooral wanneer dit in combinatie is met het hebben van weinig vrienden (Schwartz, Dodge e.a., 2000).

Verdedigers hebben de hoogste status in de groep.

  • Zij worden het meest geaccepteerd door hun vrienden doordat ze het opnemen voor een slachtoffer.
  • Een verdediger hoeft niet snel bang te zijn om zelf te worden gepest, omdat kinderen die een hoge status hebben doorgaans geliefd zijn bij hun klasgenoten.   

Doordat elk kind een eigen rol vervult in het groepsproces ontstaan er subgroepen:

  • De vrienden van bijvoorbeeld de pester worden vaak zelf ook pester of zullen assisteren.
    • Deze kinderen vormen dan samen een subgroep in de klas.
    • Hierdoor komen zij sterker te staan en kan het gehele proces escaleren.
    • Zoals gezegd, staan slachtoffers vaak buiten het netwerk van de klas, maar ook hier komt het vaak voor dat slachtoffers een subgroep van de klas gaan vormen wanneer meerdere kinderen uit een klas worden gepest.
  • Lees hier meer over dit onderzoek van Rene Veenstra, Rijks Universiteit Groningen

 

Bijzondere momenten om binnen jouw school aandacht te besteden aan pesten & online pesten: 

(Noteer alvast in jouw agenda

 

Pesten en de groep 

 

 

 

 

 

Pesten in de klas, aanpakken en voorkomen | Voor Scholen

Als leerkracht wilt u dat er een positieve sfeer heerst in de klas, dat leerlingen prettig met elkaar omgaan en dat pesten geen kans krijgt. Toch komt pesten voor op elke school en in iedere groep. Dit infoblad geeft u een handreiking bij het herkennen, aanpakken en voorkomen van pesten in uw klas.

Pesten herkennen

Bij pesten is er sprake van een negatieve bedoeling. De negatieve handelingen zijn structureel tegen dezelfde persoon gericht. En er is sprake van machtsongelijkheid. Om pesten aan te pakken is het van belang pesten te herkennen. Volgens bioloog en pestonderzoeker Patrick van Veen (Apemanegement) is het herkennen van pesten lastig omdat de leerkracht zelf deel uitmaakt van de groep waarbinnen het pesten zich afspeelt.

Leerkrachten blijken maar twintig procent van het pestgedrag waar te nemen (Van Veen)

Daarnaast kunt u gewoonweg niet alles waarnemen. Buiten uw zicht om pesten leerlingen elkaar bij de kluisjes, op het schoolplein, in de gangen, in de kantine en niet te vergeten op sociale media. Wees alert op signalen van pesten zoals:

  • De leerling is vaak afwezig of ziek.
  • De leerling wordt door medeleerlingen aangesproken me een bijnaam.
  • De leerling haalt plotseling slechtere resultaten.
  • De leerling wordt regelmatig als laatste gekozen bij het indelen van groepjes of het samenwerken.
  • De leerling is vaak alleen tijdens pauzes.
  • De leerling komt ruim voordat de les begint naar de klas of blijft na de les hangen.

Als hulpmiddel voor het signaleren van pesten in de klas heeft Apemanagement een Signaalkaart Pesten  gemaakt. Hij is gratis te downloaden. Er staan zes pictogrammen die u helpen alert te zijn op pestgedrag.

Reageren op pesten in de klas

De leerkracht ziet (pest)gedrag meestal niet. U ziet vooral de reactie. Een leerling is boos, reageert agressief is verdrietig of stil. Oordeel niet te snel over negatief gedrag van een leerling maar probeer de reden te achterhalen. Reageer op elk signaal dat u krijgt.

  • Praat erover.
    Vertel wat u ziet en hoort en vraag leerlingen wat er speelt. Praat daarna met de direct betrokken leerlingen afzonderlijk. Zie ook Tips voor het gesprek met leerlingen. Voer ook regelmatig het gesprek met de klas over pesten in het algemeen.
  • Grijp in als het pestgedrag aanhoudt.
    Neem maatregelen en maak afspraken met de betrokkenen.
  • Hou de vinger aan de pols.
    Check of gemaakte afspraken worden nagekomen en de situatie is opgelost.

Wij bellen altijd direct de ouders als er iets voorvalt (leerkracht groep 7)

  • Informeer ouders
    Laat ouders – van basisschoolleerlingen- direct weten dat er iets is voorgevallen en hoe is gereageerd op de situatie. Nodig – afhankelijk van (de ernst van) het voorval of als er behoefte aan is – de ouders van de pester(s) en gepeste uit voor een gesprek. Zie Tips voor het gesprek met ouders. Soms is het nodig (bij aanhoudende onrust en pesten in de klas) om alle ouders te informeren over wat er speelt in de klas (en op sociale media). Vertel ze welke afspraken zijn gemaakt en welke maatregelen u heeft genomen. U laat zien dat pesten serieus wordt aangepakt. Ouders kunnen het voorval dan ook thuis bespreken.
  • Neem strafmaatregelen.
    Afhankelijk van de ernst van het voorval neemt u (straf)maatregelen. Zie Sanctieladder leerlingen.
  • Raadpleeg de coördinator pestbeleid op uw school.
    Deze persoon heeft de taak advies te geven over de aanpak van pesten en fungeert als klankbord voor collega’s met vragen over pesten.

Tips voor het gesprek met ouders

  • Neem vragen, zorgen en klachten van ouders over pesten altijd serieus.
  • Maak een afspraak voor een gesprek en reserveer hiervoor voldoende tijd.
  • Luister naar wat de ouders u te vertellen hebben en toon begrip voor hun zorgen.
  • Vertel wat u als leerkracht ziet, hoort en weet en wat u heeft gedaan aan de situatie.
  • Spreek verwachtingen naar elkaar uit.
  • Maak duidelijke afspraken en kom ze na.
  • Verwijs ouders zo nodig naar het aanspreekpunt pesten/de vertrouwenspersoon.
  • Wijs ouders op het veiligheidsbeleid rond pesten van school

Tips voor het gesprek met leerlingen

  • Laat de leerling zijn verhaal vertellen.
  • Luister en vat samen.
  • Stel voornamelijk open vragen. Wat wil je dat ik nu doe?
  • Laat ze zelf nadenken over oplossingen. Biedt daarbij sturing en hulp aan.
  • Vertel duidelijk wat je wel en niet kunt doen om de situatie te veranderen.
  • Maak concrete afspraken.
  • Plan een vervolgafspraak op korte termijn.
  • Vraag hoe het gaat en of afspraken zijn nagekomen.
  • Vertel de leerling dat er op school een aanspreekpunt pesten/vertrouwenspersoon is.
  • Bespreek met de leerling of en hoe de ouders kunnen worden geïnformeerd.

Pesten voorkomen

Als leerkracht speelt u een belangrijke en onmisbare rol in tegengaan van pesten. Door in te grijpen bij pestgedrag en duidelijk aan te geven welk gedrag wel en niet wordt geaccepteerd in de groep.

De oplossing ligt vooral in handen van de leerkracht. Die moet positief leiderschap tonen (Mieke van Stigt)

Daarnaast is het investeren in een goede sfeer in de klas van belang. De eerste weken van het schooljaar – de gouden weken- bieden hier een uitgelezen kans voor. Maar aandacht besteden aan een positieve groep is het hele schooljaar van belang. Door actief te werken aan groepsvorming heeft u invloed op de groep en zorgt u ervoor dat leerlingen eerder bij u komen als er iets speelt. Informeer ook ouders over de manier waarop u werk maakt van een veilige en fijne groep. Zie ook het Infoblad Groepsdynamica in de klas.

Ik ben erg tevreden hoe de kinderen met elkaar omgaan. Ik heb hier in de eerste schoolweken veel aandacht aan besteed en zie dat het zijn vruchten afwerpt. We worden steeds meer een groep (Meester groep 6 via Klasbord)
 

 

Misverstanden over pesten

  1. Pesten is goed voor je karaktervorming en helpt je om je uit moeilijke situaties te redden”
    Van systematisch gepest worden leer je niets

  2. “Ik ben vroeger op school ook gepest, maar dat heeft geen enkele invloed op me gehad”
    Was het wel écht pesten?

  3. 3. “Als je gepest wordt, moet je juist leren om van je af te bijten”
    Dit is moeilijk, gegeven het machtsverschil
     

Pesten aanpakken is een complex probleem - Ministerie van OCW 

Pesten is een complex en universeel probleem (Swearer, e.a., 2010). Op de basisschool is circa 10% van de leerlingen er slachtoffer van. Pesten heeft tal van negatieve consequenties (Salmivalli & Peets, 2009). Slachtoffers kunnen last hebben van psychische klachten, zoals gevoelens van eenzaamheid, gebrek aan zelfwaardering, geen vertrouwen hebben in anderen of depressiviteit. Niet alleen slachtoffers ondervinden (soms blijvende) problemen, ook pesters lopen het risico in hun ontwikkeling slechter af te zijn.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap video: Wat doe jij? Waarom is pesten aanpakken zo complex.

Bekijk bovenstaande video door op de afbeelding te klikken of op deze link waar Sander Dekker laat zien welke partijen allemaal nodig zijn om pesten aan te pakken.

Pesters leren niet met overleg of met begrip voor anderen iets te bereiken en blijven vaak onaangepast gedrag vertonen. Daardoor hebben ze een grotere kans om op latere leeftijd probleemgedrag te vertonen, zoals delinquentie (Nansel e.a., 2004). Klasgenoten die niet direct bij het pesten betrokken zijn, ondervinden vaak ook hinder van ernstige pesterijen; ze voelen zich minder veilig en zijn bang om het volgende slachtoffer te worden (Nishina & Juvonen, 2005). Pesten heeft tot slot ook negatieve gevolgen voor het welbevinden van leerkrachten (zie Espelage e.a., 2013).

Bron RUG