Kim* (39) is slachtoffer van pesten op het werk. Ze verloor in september haar baan bij een particuliere zorginstelling en zit nog steeds in een klachtenprocedure. Het pesten begon in de zomer van 2020, het moment dat ze bij de instelling kwam werken. De pester was een van haar zorgmanagers. ‘Ze was echt een hele grote pestkop. Ze probeerde me in alles te dwarsbomen.’
Het pestgedrag bestond in haar geval uit buitensluiten, roddelen, manipuleren en intimideren. ‘Ik werd bijvoorbeeld niet uitgenodigd voor verschillende overleggen. Ze zei dan vijf minuten voor tijd: jij schuift toch ook aan? Maar dan had ik geen tijd meer om wat voor te bereiden. Of ik werd buitengesloten. Dan werd er gezegd dat er geen tijd meer was voor mijn inbreng. Terwijl het team dan dacht, waarom sluit Kim niet meer aan?’
Intimideren
Ook probeerde haar leidinggevende Kim te intimideren. Dan ging ze bijvoorbeeld heel dicht bij haar staan en begon ze met een hele luide stem te praten. ‘Dan leunde ze voorover en zei ze met een harde stem: wat zeg jij nou?’
Door de angstcultuur die er volgens Kim in de zorginstelling heerste, durfde niemand wat van het gedrag te zeggen. ‘Anderen waren bang om de volgende te zijn.’ Veel pestgedrag gebeurde ook stiekem. ‘Ik vroeg haar een keer om mijn taken over te nemen toen ik er zelf een dag niet kon zijn. Nou, dat ging ze echt niet doen. Maar als ik iets vroeg met een collega erbij, was de reactie opeens poeslief.’
Volgens gedragsbioloog Patrick van Veen hebben pesters drie tot vier verschillende motivaties om te pesten. Hij zegt dat we de neiging hebben om alles op een hoop te gooien en te zeggen dat er één reden is om te pesten: dominant willen zijn. Maar dat zit toch anders.
Groepsvorming
‘De allereerste reden is groepsvorming’, zegt Van Veen. ‘Als iemand nieuw komt in een groep, gaan we die testen. Soms gaan we op een aardige manier in gesprek, maar soms gebruiken we ook negatieve gedragspatronen zoals pesten om te kijken waar jij staat en waar ik sta.’
De tweede reden is onzekerheidsvermijding, dat is de mate waarin iemand zich bedreigd voelt door onzekere of onbekende situaties. Met deze onzekerheid wordt omgegaan door te kijken hoe iemand reageert op pesten. Volgens Van Veen is dit het beste te vergelijken met de komst van een nieuwe docent op een school. ‘Als die docent stabiel reageert en duidelijke grenzen stelt, gaat het goed. Als die persoon instabiel reageert, gaat het fout.'
De derde reden om te pesten gaat over normstelling: laten zien hoe het op een werkplek gebeurt. Bijvoorbeeld: je vindt een collega stinken. ‘Je kunt iemand daar op aanspreken, maar je kunt ook vervelend gedrag vertonen om de persoon duidelijk te maken dat die stinkt’, zegt Van Veen. Het pesten verdwijnt vaak als de persoon zich aanpast aan het gedrag van de groep. Gebeurt dat niet, dan gaat het pesten door.
Van Veen: ‘Je moet je hierbij alleen afvragen: is de gestelde norm acceptabel? Als iemand op de werkvloer bepaalde kleding draagt; gaan we iemand door middel van pesten dan daarop corrigeren?’
De laatste en vierde motivatie is groepsafbakening. ‘In het dagelijks leven kunnen we groepen kiezen. Zo maken we duidelijke afwegingen om bepaalde mensen wel of niet uit te nodigen. Maar op werk kan dat niet. Daarom zien we soms dat groepsafbakening op de werkvloer door pesters gepaard gaat met negatief gedrag.’
Geen onderdeel van de groep
‘Bijvoorbeeld door iemand niet mee te vragen met de lunch, waardoor je iemand op een vervelende manier duidelijk maakt: jij bent geen onderdeel van de groep. Net zoals vroeger in de klas worden de groepen op het werk kunstmatig samengesteld.’ Van Veen stelt dat pesten altijd onderdeel is van een groepsdynamiek. ‘Want wij mensen zijn nu eenmaal sociale individuen.’ Het gaat dus niet alleen om de pester en het slachtoffer, maar ook om de groep eromheen.
Wil je pesten op het werk voorkomen? Dan moet je dus niet kijken naar het slachtoffer, maar naar de pester en de mensen eromheen. ‘De pester moet zich afvragen: met welk doel vertoon ik dat gedrag? Maar ook de mensen in de omgeving die meelachen of hun mond houden moeten zich afvragen: waarom doe ik niets?’
* Kims naam is gefingeerd vanwege haar privacy. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Bron RTL Nieuws
Kenniscentrum Pesten per doelgroep
Stichting Stop Pesten Nu vertrouwt volledig op vrijwillige donaties en de inzet van vrijwilligers om haar belangrijke werk mogelijk te maken. Wij ontvangen geen subsidies, waardoor wij volledig afhankelijk zijn van de steun van mensen zoals u.
Tip van de redactie! Heb je haast? Navigeer dan snel naar:
► Scholen & Professionals Kenniscentrum Pesten in het Onderwijs
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Schooldirectie & MT / Anti-pest coördinator / Leerkracht / Mentor / Ouderraad & MR
- Leerlingen & opvoeders: Kinderen & Jongeren (Leerlingen) / Ouders & Opvoeders
► Sportverenigingen Kenniscentrum Pesten in de Sport
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Bestuurders / Coaches, Trainers & Begeleiders / (Top)Sporters & Scheidsrechters
- Jonge leden & ouders Kinderen & Jongeren (Leerlingen) / Ouders & Opvoeders
► Werkgevers Kenniscentrum Pesten op het Werk
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Directie en bestuurders / HRM / MT en Leidinggevenden / Medewerkers / Ondernemersraden / Vertrouwenspersonen
► Ouderen Kenniscentrum Pesten in Woonzorgcentra
Breng snel een bezoekje aan ...
► Kenniscentrum (Klassiek) Pesten
► Kenniscentrum Online pesten (cyberpesten)
► Kennisbank & Downloadcentrum o.a. Beleid & Factsheets / Handleidingen / Lesmaterialen / Posters / Wetenschappelijke Onderzoeken
► Ik word gepest, wat kan ik doen