Aanpak machtsmisbruik, intimidatie en racisme niet adequaat genoeg | Stop Pesten NU

084-8340086

Aanpak machtsmisbruik, intimidatie en racisme niet adequaat genoeg

Aanpak machtsmisbruik, intimidatie en racisme niet adequaat genoeg

In het tweede deel over ongewenst gedrag aan de TU/e laat Cursor vier slachtoffers aan het woord. Veelal anoniem, omdat de meesten niet onder eigen naam durven te spreken over wat hen is overkomen. Dit, vanwege mogelijke gevolgen voor hun carrière en/of privéleven. De redactie van Cursor is hier met de grootst mogelijke zorgvuldigheid mee omgegaan. Daarom worden er geen precieze data of onderzoeksprojecten vermeld, om zo te voorkomen dat de identiteit van de geïnterviewden op die manier te herleiden is. De namen zijn bekend bij redactie en de incidenten deden zich voor in de periode tussen 2011 en 2020. De reactie van het CvB op deze casussen is verwoord in een apart statement, onder dit artikel.

Als je huidskleur tegen je wordt gebruikt

Grace Prince (echte naam bekend bij de redactie) heeft zelf heel wat ongewenst gedrag moeten ervaren. Toen ze naar de TU/e kwam, was het al snel duidelijk dat het in haar onderzoeksgroep alleen ging om het delen van succesvolle resultaten. “Als het niet goed ging, was je dom en was het jouw schuld. Als je het goed deed, was dat het succes van de hoogleraar. Als hij niet tevreden was met de resultaten, zou mijn hoogleraar, Noah Winters (echte naam bekend bij de redactie), in het openbaar zeggen: `Weet je eigenlijk wel waar je mee bezig bent? Je bent zo dom.' Maar aan het einde van de vergadering gaf hij me dan een schouderklopje en zei dat ik goed bezig was. Dat bracht me in de war en het gebeurde een paar keer. Deze hoogleraar creëerde een vreemde dynamiek in de groep, en hij was niet de enige die zich schuldig maakte aan ongewenst gedrag."

Blackie

“Er was een groepslid dat publiekelijk probeerde mijn leven tot een hel te maken met zijn voortdurende grappen over dat ik zwart was. Hij zou bijvoorbeeld zeggen dat hij me niet kon zien, omdat de lichten niet aan waren. Iedereen vond het grappig. Ik moet toegeven dat ik in het begin gewoon met mijn ogen rolde of ongemakkelijk lachte en er gewoon niets van zei. Ik wilde geen problemen veroorzaken of ‘gevoelig’ lijken omdat ik in een totaal andere cultuur zat."

Maar op een dag had ze er genoeg van en zei ze in het openbaar precies wat ze van het groepslid en zijn grappen vond. “Mij werd bijvoorbeeld ook publiekelijk gevraagd: ‘Hoe ben je gepromoveerd? Ik wist niet dat er scholen in het getto waren’. Dit vond allemaal plaats in de openbaarheid en iedereen lachte, waardoor ik begreep dat racisme gewoon deel uitmaakte van de universitaire en maatschappelijke culturen en dat niemand daar iets mis mee vond. Tijdens een bepaalde periode noemde deze groepsgenoot me ook ‘Blackie’. Ik reageerde daar nooit op. Zelfs op een conferentie deed hij dat: ‘Hey, Blackie, we gaan lunchen’.''

Er waren volgens Prince anderen bij aanwezig, maar die zeiden geen woord. De onderliggende dynamiek die in de groep was gecreëerd door de hoogleraar die Prince in de rol van “het sukkeltje van de groep” had geplaatst, maakte het er niet beter op. Prince: “De groepsgenoot vroeg zelfs wat de kleur van mijn geslachtsdeel was. 'Ik vroeg me altijd al af hoe een zwart kutje eruitziet'."

“Op een dag zei hij weer Blackie tegen me. Ik zei tegen hem: ‘Je mag me alleen maar dr. Prince noemen, zelfs niet meer bij mijn voornaam’. In diezelfde periode stoorde Winters me veel tijdens mijn werk en riep me naar zijn kantoor voor de domste dingen. Ik was daar continu voor allerlei ‘noodsituaties’ die normale mensen niet als een noodgeval zouden zien. Na een tijdje zei ik tegen hem: ‘De volgende keer dat je weer een ‘noodgeval’ hebt, kun je wachten. Stuur me maar gewoon een e-mail’."

 

Afhankelijkheid van je professor

Mechteld Hogenbrink (gefingeerd, echte naam bekend bij de redactie) heeft lange tijd aan de TU/e gewerkt als promovenda. “Ik kan niet openlijk over de ervaringen spreken of de namen noemen van de betrokkenen. Helaas ben ik, net als vele anderen afhankelijk van mijn hoogleraar voor eventuele referenties voor mijn verder wetenschappelijke carrière.”

“Ik had echt een verziekte relatie met mijn hoogleraar en promotor en ik was niet de enige. Ze was mijn dagelijkse begeleider, maar dat kwam in de praktijk neer op slechts een half uurtje per twee weken, als ik geluk had. In het tweede jaar werd de begeleiding zo slecht, dat ik met een vertrouwenspersoon ben gaan praten. Ik vroeg om tips hoe dit aan te pakken. Die persoon zei dat ze niks kon doen en dat ik het zelf moest gaan bespreken. Dat heb ik gedaan, maar mijn begeleider stond hier niet bepaald voor open: er kwam geen oplossing. Ik heb me kapot gewerkt en ben mijn thesis gaan schrijven.”

 

Het verhaal van Mechteld Hogenbrink

“Toen ik de deadline had gehaald, was ze toch niet tevreden en moest ik terug naar de tekentafel. Dat wilde ik niet meer. Ik wilde er gewoon mee stoppen, de relatie was al zover kapot en ik zag geen oplossing meer. Toen ben ik naar een andere hoogleraar gegaan voor advies. Die vertelde me dat dit echt niet okay was en ik naar de decaan moest gaan. Dat heb ik gedaan, evenals naar HR. Dat werd opnieuw moeilijk. De decaan is niet de leidinggevende van een hoogleraar en hetgeen gebeurd is, is niet strafbaar volgens de wet. Het is anders dan bij grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. HR kon wel een advies uitbrengen gericht op gedragsverandering van mijn hoogleraar, maar dat bleek niet bindend te zijn, dus ook daar had ik niets aan. Het is heel moeilijk als je steeds vastloopt in het systeem en niemand je echt helpt. Een ervaring zoals de mijne, en ik weet dat ik niet alleen sta, komt pas terecht bij mensen met genoeg macht als het al te ver is geëscaleerd. Je krijgt eerst argumenten te horen als: ‘je bent er maar eentje’, ‘we kunnen niet zomaar actie ondernemen’, ‘we moeten denken aan de lange termijn’, et cetera.”

“Ik hoop dat mijn verhaal mensen meer bewust maakt dat dit gebeurt en dat als je dit zelf ook meemaakt, je weet dat je niet de enige bent. De universiteit moet hierover met promovendi in gesprek gaan en er dossiers over aanleggen. Dan hoeft het in de toekomst niet meer zo ver te komen.”

 

 

Bron Cursor TU

 

Doelgroep: 
Professionals
Pesten op het werk

Tip van de redactie

Heb je haast? Navigeer dan snel naar:Angela

► Scholen & Professionals Kenniscentrum Pesten in het Onderwijs

► Sportverenigingen Kenniscentrum Pesten in de Sport

► Werkgevers Kenniscentrum Pesten op het WerkJan Joost

► Ouderen Kenniscentrum Pesten in Woonzorgcentra

Tip Stop Pesten Nu

 

Breng snel een bezoekje aan ...

Kenniscentrum (Klassiek) Pesten 

Kenniscentrum Online pesten (cyberpesten)

Kennisbank & Downloadcentrum o.a. Beleid & Factsheets  / Handleidingen / Lesmaterialen Posters / Wetenschappelijke Onderzoeken 

► Ik word gepest, wat kan ik doen

 

 

Stichting Stop Pesten Nu is het enige Erkende Goede Doel tegen Pesten in Nederland!

CBFGoede Doelen NederlandANBIKBUnesco