Nicolaas Veul schrijft open brief Youp van 't Hek over woord 'pisnicht'

Televisiemaker Nicolaas Veul spreekt Youp van ’t Hek al sinds 2017 aan op zijn gebruik van het woord ‘pisnicht’. Dit weekend zei de cabaretier in ‘De Volkskrant’ dat hij het woord voorlopig nog niet aan de kant zet .  Veul stuurt daarop een open brief naar dezelfde krant.

‘PISNICHT’

Even terug naar het begin. In 2017 schrijft Van ’t Hek een column voor het NRC waarin hij het opneemt voor zijn vriend Jelle Brandt Corstius, die het slachtoffer werd van seksuele intimidatie. Hierin noemt hij de dader ‘een of andere pisnicht’. Veul reageert in een column voor VPRO op de column van Van ’t Hek. Hij stoort zich aan het gebruik van homofobe scheldwoorden.

Uiteindelijk maakt Veul zelfs een documentaire genaamd Pisnicht: The Movie, waarin hij het gesprek aan gaat over de impact van homofobe grappen op lhbti’ers. Eerder zei Veul tegen LINDA.nl dat Van ’t Hek ‘absoluut de aanleiding’ was voor de film. De cabaretier wilde niet aan de film meewerken.

YOUP VAN ’T HEK

Hoewel Van ’t Hek in De Volkskrant zegt dat hij nu misschien wel een ander woord in zijn columns zou gebruiken, zegt hij dat hij ‘in het café’ pisnicht zal blijven zeggen. ‘Als je iemand wil omschrijven, en het is een enorme nicht, en hij gedraagt zich als een enorme nicht, dan moet je dat toch opschrijven? Er moet ook weer eens gewoon gelachen kunnen worden om homo’s.’

Veul stelt in zijn open brief dat Van ’t Hek met die laatste zin suggereert dat niemand meer ‘homograppen’ maakt: ‘Maar zijn laatste show zit er vol mee.’ Volgens de televisiemaker is ‘homo’ op de middelbare school het meest gebruikte scheldwoord. ‘Je zou kunnen stellen dat het tot ons cultureel erfgoed behoort’, schrijft Veul. ‘Die grappen zijn leuk als je binnen de norm valt, niet als je opgroeit en zoekende bent naar je seksuele identiteit.’

NICOLAAS VEUL

Veul vindt het dan ook storend dat Van ’t Hek het woord pisnicht blijft gebruiken en ‘roeptoetert dat dit zijn goed recht is’. De cabaretier ‘verwart een vraag om empathie met een aanval op zijn vrijheid van meningsuiting’, vindt Veul. ‘De vraag is: wat wil je eigenlijk faciliteren, als cabaretier in een bomvol Carré?’

Ingezonden brief bij de Volkskrant:

‘We moeten weer kunnen lachen om homo’s’, luidde de kop boven het interview met Youp van ’t Hek in Volkskrant Magazine. Hij werd bevraagd over onder andere Pisnicht: the movie, de documentaire die ik heb gemaakt over de impact van homograppen op jonge lhbti’ers.

Afgaand op Youps quote zou je denken dat er geen homograppen meer worden gemaakt, maar zijn laatste show zit er vol mee. Cabaretiers bedienen zich al decennia van grappen over dat handje, het gejoehoe en gehuppel. De clou is vaak hetzelfde: de homo is een rare ander; aanstellerig, vies of vrouwelijk en daarom object van spot.

Nederland lacht zich wat af om homo’s. Op de middelbare school is ‘homo’ het meest gebruikte woord om mee te grappen en te pesten. Je zou kunnen stellen dat het tot ons cultureel erfgoed behoort. Die grappen zijn leuk als je binnen de norm valt, niet als je opgroeit en zoekende bent naar je seksuele identiteit. Homofobie is de continue stroom aan tekens dat jij, als lhbti’er anders bent dan de rest.

Youp blijft pisnicht gebruiken en roeptoetert dat dit zijn goed recht is. Hij verwart een vraag om empathie met een aanval op zijn vrijheid van meningsuiting. De vraag is: wat wil je eigenlijk faciliteren, als cabaretier in een bomvol Carré?

Nicolaas Veul, Amsterdam

Watje. Homootje. Flikker. Pisnicht. Nicolaas Veul hoort deze woorden al zijn hele leven en wil weten wat de impact hiervan is op (jonge) homo's. Hoe tolerant is Nederland op het gebied van homoseksualiteit? 

Nicolaas onderzoekt welke wereld er schuilt achter deze discussie en zoekt naar antwoorden op vragen als: Ben je een zeikerd als je iets van deze grappen zegt? En waarom? Welke denkbeelden zitten er achter de grappen? En welke impact hebben dit soort woorden op jonge lhbt'ers? Bekijk hier Pisnicht: de documentaire

In Pisnicht: The Movie zoekt Nicolaas uit hoe tolerant Nederland is op het gebied van homoseksualiteit. Hij staat in voetbalkleedkamers waar het woord homo veel wordt gebruikt, hij gaat naar scholen waar #nohomo de laatste trend is op social media. Ook polst hij bij mensen op straat hoe beladen het woord homo is als je hen zo aanspreekt. Hij merkt al snel op dat humor en homofobie soms dwars door elkaar heen lopen.