De leiding van uw school heeft in een brief aan ouders expliciet gemeld wat er op de memes stond. Waarom?
„Omdat we meteen duidelijk wilden maken waar we het over hebben. Als we dat niet hadden gedaan, zouden mensen misschien gezegd hebben: was dat wel nodig, was het wel zo erg? Ja dus. Wij vinden dat er echt een grens is overschreden.”Hoe groot vindt u het probleem met sociale media?
„Als we kijken naar onze school, hebben we het over leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, bij wie het maken van memes heel erg leeft. Het maakt deel uit van hun leven, is voor velen een manier van communiceren. Jonge mensen hebben ook moeite om er afstand van te nemen. ’Fear of missing out’ noemen we dat, de angst om er niet bij te horen als je niet meedoet. Dat verklaart ook waarom de afbeeldingen door leerlingen zijn ’geliket’ (leuk gevonden, red.), terwijl enkelen misschien zelfs niet eens hebben gezien wat er nou op die memes staat. Vaak zijn ze ook leuk. En soms net tegen de grens aan. Maar nu dus erover.”
Hoe gaat u de daders aanpakken?
„We zijn bezig te achterhalen wie hiervoor verantwoordelijk zijn. Waarschijnlijk gaat het om een of twee leerlingen. We hebben al aardig kunnen ’versmallen’, dus we komen steeds dichter bij de bron. Er wordt ook vaak gebruikgemaakt van ’fake names’, nepnamen. We geven ze een paar dagen de tijd zich te melden. In dat geval zullen we een ’pedagogisch verantwoord’ gesprek met ze voeren.”
Schakelt u daar hulp bij in?
„Er zijn deskundigen mee bezig op het gebied van sociale media, verbonden aan onze school. Daarnaast hebben we hulp van alle ouders gevraagd. Bij het achterhalen van de daders, maar we hebben ze ook opgeroepen met hun kinderen in gesprek te gaan, zoals we zelf met onze leerlingen ook doen. We krijgen verder ondersteuning van de jeugdpolitie, ook daar klinkt tevredenheid over onze aanpak, gelukkig.”
Hoe zijn de desbetreffende docenten eraan toe?
„Ze zijn natuurlijk geraakt, maar niet uit het lood geslagen. Ze zijn aan het werk en houden zich goed. In ieder geval zijn ze blij met de steun die ze van ons krijgen. Ze realiseren zich ook wel dat het hier gaat om enkele leerlingen die zich ernstig hebben vergaloppeerd.”
Wat als de daders zich niet melden?
„Dan kunnen we altijd nog aangifte doen. We sluiten strafrechtelijke vervolging dan ook niet uit. Maar we gaan er niet van uit dat dit nodig is.”
