Sommige kinderen zijn na antipestprogramma slechter af | Stop Pesten NU

084-8340086

Sommige kinderen zijn na antipestprogramma slechter af

Anti-pestprogramma’s op basisscholen blijken voor veel kinderen effectief. Maar niet voor allemaal. Sommige kinderen blijven pestslachtoffer en zijn slechter af dan zonder anti-pestprogramma. Socioloog Tessa Kaufman deed onderzoek naar risicofactoren voor zulk aanhoudend slachtofferschap en doet aanbevelingen voor de verbetering van anti-pestprogramma’s. ‘We mogen niet tevreden zijn met een gemiddelde afname van pesten.’

Wie hoort erbij en wie niet? Tessa Kaufman is geïnteresseerd in groepsnormen en de effecten daarvan op uitsluiting en discriminatie. Tijdens haar research-master Development and Socialization in Childhood and Adolescence deed ze onderzoek naar de ervaringen van subtiele discriminatie van seksuele minderheidsjongeren. Nu promoveert ze op een door NWO gefinancierd onderzoek naar pesten op basisscholen. Specifiek onderzocht zij hoe het komt dat sommige kinderen slachtoffer blijven van pesten, ondanks de aandacht ervoor. Op grond van haar conclusies, doet ze diverse aanbevelingen voor het verbeteren van anti-pestprogramma’s. ‘Ik vind die focus op aanhoudend slachtofferschap urgent,’ vertelt ze. ‘Bij het beoordelen van de effectiviteit van anti-pestprogramma’s wordt vaak gekeken naar gemiddelden. Als na een interventie meer kinderen met plezier naar school gaan, wordt die al snel als geslaagd beschouwd. Maar de kinderen die desondanks pestslachtoffer blijven, blijken meestal slechter af dan vóór de interventie. Voor anderen is het pesten gestopt, maar voor hen niet.’

Buitenbeentjes

Volgens de wetenschappelijke definitie voldoet pesten aan vier condities, vertelt Kaufman. ‘Het is aanhoudend negatief, voor het slachtoffer schadelijk gedrag in de context van een machtsdisbalans. Dat gedrag is strategisch, want heeft als doel om sociale dominantie te bereiken.’ Ze heeft, uitgaand van die definitie, kritiek op de vragenlijst die bij anti-pestprogramma’s wereldwijd gebruikt wordt om pestslachtoffers op te sporen, de ‘Bully/Victim Questionaire’. ‘Kinderen krijgen deze vóór en na afloop van een antipestprogramma voorgelegd. Maar de BVQ vraagt uitsluitend naar hoe vaak het pesten voorkomt, en niet naar de andere kenmerken van pesten. Een kind dat geregeld ruzie heeft, bijvoorbeeld vanwege agressieproblemen, komt er ook uit als pestslachtoffer.’ Daarom heeft Kaufman bij het traceren van pestslachtoffers ook expliciet gevraagd naar de drie andere aspecten van de pestdefinitie. ‘Dan pik je de werkelijke pestslachtoffers er beter uit en kun je de juiste interventies aanbieden.’

Wist u dat?

In Nederland wordt ongeveer één op tien kinderen in het basisonderwijs gepest. Tussen 2014 en 2016 daalde het aantal pestslachtoffers van 14 naar 11 procent. In 2018 was deze daling gestabiliseerd.

Maar wat zijn juiste interventies? Anti-pestprogramma’s die voor veel pestslachtoffers effectief blijken, zijn dat voor andere kinderen niet. Kaufman onderzocht wat kinderen kwetsbaar maakt voor persistent slachtofferschap. ‘Meestal gaat het om buitenbeentjes, kinderen die al angstig en somber zijn en die veel ervaring hebben met afwijzing: op school, maar ook thuis. Bij een minderheidsgroep horen is een andere risicofactor. LHB-jongeren bijvoorbeeld lopen een relatief grote kans op aanhoudend slachtofferschap.’

Vicieuze cirkel

Anti-pestprogramma’s zouden aan effectiviteit winnen, betoogt Kaufman, als ze meer bijzondere aandacht hebben voor kinderen die kwetsbaar zijn voor chronisch slachtofferschap. Als het aan haar ligt, worden ouders er standaard bij betrokken. ‘Doorgaans beperken deze programma’s zich tot de schoolcontext,’ vertelt ze. ‘Mijn onderzoek wijst uit dat een moeizame relatie tussen ouder en kind een risicofactor is voor aanhoudend slachtofferschap. Als je thuis afgewezen en op school gepest wordt, kan dat leiden tot een vicieuze cirkel. Ouders weten niet altijd dat hun kind onhebbelijk gedrag vertoont omdát het gepest wordt. Zoals op school niet altijd bekend is, dat kinderen het thuis zwaar hebben.’ Ook kinderen die wel een harmonieuze verhouding met hun ouders hebben, vertellen thuis niet altijd dat ze gepest worden, weet ze. ‘Er zijn dus meerdere goede redenen om ouders bij anti-pestprogramma’s te betrekken.’

Specifieke aandacht voor pestslachtoffers die bij een seksuele of etnische minderheidsgroep horen, is wat Kaufman betreft hard nodig in het voortgezet onderwijs. ‘Denk aan strategieën om in te grijpen bij intimidatie van deze kinderen en lesprogramma’s die eraan bijdragen dat diversiteit geaccepteerd wordt.’ Ook beveelt ze onderzoek aan naar de effectiviteit van cognitieve training. ‘Kinderen die denken dat het pesten op enig moment wel zal stoppen, hebben minder last van het pesten. Zij voelen en gedragen zich minder somber en lopen minder kans opnieuw doelwit te worden. Mogelijk kan cognitieve training pestslachtoffers met belemmerende overtuigingen – ‘dit gaat nooit meer voorbij’ – helpen om hun situatie anders te interpreteren.’

We mogen niet tevreden zijn met een gemiddelde afname van pesten, maar moeten aandacht blijven houden voor die paar leerlingen voor wie hulp nu urgent is
- Tessa Kaufman

Essentieel, stelt Kaufman, is dat slachtoffers van pesten eerder worden herkend op school. Scholen zijn sinds 2015 verplicht om de sociale veiligheid van leerlingen te monitoren aan de hand van een vragenlijst. Kaufman vindt dat een goede zaak. ‘Maar het is een enorm probleem dat scholen nog geen handvatten hebben om informatie uit zo’n monitor te interpreteren en om te zetten in actieplannen.’ Ze vond dat daar wat aan gedaan moest worden en ontwikkelde een model voor een online tool die leerkrachten hiermee moet helpen. ‘Die tool helpt hen na te denken over maatwerkoplossingen, bijvoorbeeld voor kinderen die buiten de boot blijven vallen. Dat maatwerk ontbreekt nu vaak in reguliere anti-pestprogramma’s.’

Ze publiceerde de tool in het International Journal of Bullying Prevention. In vervolgonderzoek wil ze die in samenspraak met leerkrachten verder ontwikkelen voor de praktijk. ‘Ik verwacht dat de tool uiteindelijk gaat bijdragen aan meer veiligheid in klassen. We mogen niet tevreden zijn met een gemiddelde afname van pesten, maar moeten aandacht blijven houden voor die paar leerlingen voor wie hulp nu urgent is.’

Meer informatie

Tessa Kaufman (1990) is een van de Faces of Science van de KNAW. Zij hoorde bij de vier finalisten voor de Synergy Award 2020 van NWO, een prijs voor onderzoekers die erin slagen een brug te slaan tussen wetenschap en samenleving. Kaufman promoveert op 27 februari 2020 om 16.15 uur in de Aula van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen.

Bekijk haar proefschrift, getiteld Toward Tailored Interventions - Explaining, assessing and preventing persistent victimization of bullying. (open- access versie).

Het volledige proefschrift is op te vragen bij de auteur.

Bron NWO

Doelgroep: 
Professionals

Tip van de redactie

Heb je haast? Navigeer dan snel naar:Angela

► Scholen & Professionals Kenniscentrum Pesten in het Onderwijs

► Sportverenigingen Kenniscentrum Pesten in de Sport

► Werkgevers Kenniscentrum Pesten op het WerkJan Joost

► Ouderen Kenniscentrum Pesten in Woonzorgcentra

Tip Stop Pesten Nu

 

Breng snel een bezoekje aan ...

Kenniscentrum (Klassiek) Pesten 

Kenniscentrum Online pesten (cyberpesten)

Kennisbank & Downloadcentrum o.a. Beleid & Factsheets  / Handleidingen / Lesmaterialen Posters / Wetenschappelijke Onderzoeken 

► Ik word gepest, wat kan ik doen

 

 

Stichting Stop Pesten Nu is het enige Erkende Goede Doel tegen Pesten in Nederland!

CBFGoede Doelen NederlandANBIKBUnesco