Nationale Dag tegen pesten 19 april 2016

Afgelopen dinsdag was het de Nationale dag tegen het pesten (19 april). Voor ons kon deze dag niet onopgemerkt blijven en gelukkig hebben veel andere media er ook aandacht aan besteed. Daarnaast werd er een onderzoek van de GGD’s en het RIVM op deze dag bekend gemaakt. Uit dit onderzoek blijkt dat er gemiddeld 3 kinderen per klas worden gepest. Dit komt neer op 1 van de 9 kinderen. Met cyberpesten heeft 5 procent van de jongeren de afgelopen drie maanden te maken gehad. Het cyberpesten verschilde van het versturen van een vervelend bericht tot zelfs het uiten van bedreigingen. 

Uit de cijfers blijkt verder dat jongens twee keer zo vaak pesten als meisjes. Jongens en meisjes worden wel even vaak gepest. Pesten is een situatie waar eigenlijk niemand gelukkiger van wordt. Voor degene die gepest wordt, is het verschrikkelijk, maar de pestkop wil vaak ook niet pesten. Redenen om te pesten kunnen zijn dat ze zelf niet gepest willen worden en daarom als een soort defensiemechanisme anderen gaan pesten of dat ze door het pesten hun eigen onzekerheden willen verbergen. Ik geloof er niet in dat iemand pest omdat hij of zij wíl pesten. Om het pesten te stoppen is het belangrijk dat je als ouder doorhebt wanneer je kind een pester is of gepest wordt. Daarom hebben we hier een paar tips onder op een rijtje gezet.

Als een kind gepest wordt, zal het er vaak niet snel over beginnen. Toch is het erg belangrijk dat pesten bespreekbaar wordt gemaakt. Het kind moet zijn of haar hart luchten en natuurlijk kun je samen naar een oplossing zoeken. Als je kind er niet zelf over begint, kan het soms goed zijn er een keer naar te vragen. Dit kan op een luchtige manier gebeuren. Het is moeilijk te zien als een kind gepest wordt, dus voel je vooral niet dom om een keer het balletje op te gooien.

Als ouder ken jij je kind natuurlijk het best. Let daarom ook op het gedrag van je kind. Als het ineens verandert, kan het zijn dat je kind gepest wordt. Natuurlijk hoeft dit niet per definitie, maar vragen schaadt niet. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je kind meer teruggetrokken is dan eerder. Ook een leerkracht kan misschien signalen opvangen over het gedrag van je kind. Zij zitten veel tijd met jouw kind in een lokaal. Een luchtige vraag aan de leraar kan daarom ook geen kwaad.

Daarnaast kan het natuurlijk ook zijn dat jouw kind niet gepest wordt, maar degene is die pest. Als ouder wordt er vaak een muur opgeworpen, omdat niemand graag toegeeft dat zijn of haar kind dit doet. Toch is het belangrijk dat je je kind in de gaten houdt, want als je niet wilt dat je kind pest, is het misschien goed om te kijken hoe je dit gedrag kunt voorkomen of stoppen. Pedagoog Krista Okma heeft onderzoek gedaan naar het gedrag van pesters. Wat vooral opviel, is dat de kinderen zich gefrustreerd gedragen. Ook vindt het pestgedrag buiten de klas plaats, bijvoorbeeld op verjaardagen. Wat Krista Okma vooral aandraagt, is dat je het gedrag van je kind bespreekbaar moet maken. Laat ze merken wat de gevolgen zijn van hun gedrag en hoe de anderen zich erbij voelen. Daarnaast zegt ze dat het belangrijk is om er een afhankelijke derde bij is. Zo oordeel je minder uit emoties en ontstaan er niet twee kampen.

Hopelijk heb je wat aan de tips. Moraal van het verhaal is in ieder geval dat je het bespreekbaar moet maken met je kind. Of het een ‘pester’ is of degene die gepest wordt, het is belangrijk dat zij hun ei kwijt kunnen. Het is en blijft tenslotte jouw kind. 

Groeten Kelly